dinsdag, maart 21, 2017

Verhaal 23: Terug naar Tenerife 20 maart ‘17


La Palma hebben we afgesloten met nog een paar hele fijne dagen. Zoals Marc zei: “Jullie eten van twee walletjes.”  Nu de “ouderengroep” uit elkaar is maken we weer  prettig deel uit van de “jongerengroep”  of is het de “middengroep”? Met een  clubje 40ers en begin 50ers  vormen we een mooi elftal. Niet dat we gaan voetballen maar wel samen eten. De Israëlische Ron die al een keer een uitgebreid Israëlisch eetfestijn had klaargemaakt, nodigt ons allemaal uit voor de voor hun traditionele “zondag pizzadag”. Hij bakt voor iedereen een heerlijke persoonlijke pizza. Marc bombardeert  de dinsdag  tot ( super lekkere)” wafeldag”  bij hen aan boord en Carola bereidt een voortreffelijke linzensoep.
Frits en ik hiken  nog twee heuse wandelingen in de bergen met onze nieuwe stokken, voor het eerst met z’n tweeën. En dat gaat prima over smalle grind- en rotspaden omhoog en omlaag tussen het groen van bananenbomen, dennenbomen en drakenbomen met de geur van sinaasappelbloesem, amandelbloesem, lelies en jasmijn, die onze neusvleugels doet trillen van genot. Langs helrode klaprozen, oranje Oost Indische kers, rode geraniums en velden vol gele bloemetjes als de koolzaadvelden  bij ons in het voorjaar. We volgen onze gids, een hondje dat blijkbaar gewend is met toeristen mee te lopen en we noemen hem Buracas, naar het plaatsje waar we heen lopen. We hebben zicht op zee waar de harde wind woeste witte strepen tekent op het water. Blij dat we niet varen. Het is de warme stevige Calimawind uit Afrika die het gele Saharazand doet opwaaien naar de Canarische eilanden waardoor de lucht hier nevelig en zwaar lijkt van het stof.
 
 
 
 
 
Puur toevallig word  ik tijdens een wandelingetje naar de pier aangesproken door een  Nederlands stel, Elly en Jan Hendrik. We raken aan de praat: blijken het vrienden van onze vrienden Wouter en Paula te zijn die al een paar jaar met hun zelfgebouwde catamaran Safari in de Middellandse Zee vertoeven. En er zijn meer gemeenschappelijke vrienden: Frits en Reinhilde inmiddels door het Panamakanaal met hun zelfgebouwde catamaran Bella Ciao; Henk en Haukje, Arjan… De wereld is klein. Elly en Jan Hendrik  hebben ook in Oostmahorn in de haven gelegen maar op de een of andere manier hebben we hen daar nooit ontmoet. Ze trakteren ons voor deze toevallige leuke ontmoeting op een etentje in het havenrestaurant aan het water op een zwoele avond. Heel gezellig..  Op de hippiemarkt kom ik hen voor de derde keer tegen. Dan kan het geen toeval meer zijn toch? In elk geval  is het nu mijn beurt om te trakteren op vers geperst suikerrietsap uit suikerrietstengels. Met ijsblokjes is het een perfecte dorstlesser in dit warme weer. Al bijna een week is het rond de 32 graden. Maar goed dat het waait. Bij zee hangt de rode vlag vanwege de hoge branding, maar het water in de haven is meestal helder en een goed alternatief om even te plonzen.
 
 
Op woensdag 15 maart glijden we om 8 u  de fijne haven uit, uitgezwaaid door de achterblijvers. We varen met een lichte tegenwind naar de zuidpunt van La Palma. Van achter de wolken waaiert de zon brede lichtstrepen over de nog donkere berghellingen. Een grijze vogel scheert over het water en pikt zijn ontbijt uit zee. Het plastic van de kassen op het land schittert in mijn ogen net als de baan zonlicht op de golvende golven. De zon klimt hoger en verwarmt mijn rug terwijl ik zit te schrijven.   La Palma voorbij waait de wind uit het NO, de fok kan bij  en de teller schiet naar 10 knopen. De 2 jachten aan de horizon worden snel ingelopen. De dolfijnen , verraden door een grote groep stormvogels  pikkend in het water, hebben ons gevonden en buitelen en zwemmen dat het een lieve lust is. We nemen onze positie in bij de voorbalk en genieten van hun spel. Als we La Gomera naderen en El Teide op Tenerife goed te zien is, trakteren ze ons nog een keer op hoge sprongen. We varen deze keer onder La Gomera langs. Het is prachtig ruig, droog, kaal  en één en al rots. Wat moet het een natuurgeweld geweest zijn bij het ontstaan. Grote brokstukken rommelig op elkaar gestapeld in lagen van verschillende kleuren, diepe kloven met uitlopers naar zee, donkere grotten zo te zien nog bewoond. We ankeren in een mooie ruime baai voor een rode rotswand bij Punta Gaviota. Tijdens het varen was het fris en kwam de jas ( wat is dat ook alweer?)  uit de kast, maar nu warmen we ons in de late zon en genieten van zelfgemaakte pompoensoep met maïs en spekjes en een broodje gesmolten kaas.
 
 
De volgende ochtend gaan we anker op richting Tenerife. Met halve wind kunnen we prima zeilen. En alweer krijgen we tot twee keer toe bezoek van een school guitige speelse dolfijnen, stoeiend en elkaar wegduwend voor de boeg. We ankeren op een voor ons al bekende ankerplek bij de rode berg die steil uit het water torent. We verkennen ook nog even de noordkant van de rots. Tot mijn verbazing glooit hij daar elegant als een gele glijbaan naar beneden. Aan die kant zou hij dus “de gele berg” moeten heten. Er loopt een wandelpad naar boven waar ik bepakte wandelaars zie klimmen, een slaapmat uit hun backpacks piepend. Zouden ze daar boven hun matje uitrollen?
 
 
We liggen vlakbij grote gele tonnen die in een vierkant de parkeerplaats markeren voor een grote tanker die de vliegtuigen, op het vliegveld vlakbij, komt bevoorraden. Er komt een tanker recht op ons af . Een klein loodsbootje maakt dikke landvasten van het schip vast aan de gele tonnen. Het schip is uren bezig  kerosine over te pompen naar de vaste wal. Als het donker wordt verlichten zijn witte en rode lichten onze kajuit.  Ergens in de nacht is hij verdwenen zonder dat ik ook maar iets gemerkt heb. ( toch goede oordoppen.) Frits heeft hem wel nagekeken.
 
 
De hitte van afgelopen dagen moet zich blijkbaar nog ontladen. Twee dagen na elkaar  zakt het zwart boven El Teide in de loop van de middag naar zee en een halo om de zon kondigt onweer met donderende klappen, maar van korte duur, aan. We voelen ons een beetje op het wad laat in het vaarseizoen. In de ochtend schittert de top van El Teide, wit glinsterend van de sneeuw, in de zon. Bij het opstaan is het slechts 15 graden en dat moet weer even wennen.
 
 
 
Lekker rustige dagen van kleine verfklusjes, dadelbrood bakken  en veel lezen;  af en toe een duik in het koude water om aan het logwieltje te draaien , de vuilwatertank te ontstoppen, hoofdpijn te verjagen of gewoon om heerlijk te zwemmen.
 
We hebben onze kapster laten overvliegen om ons een knipbeurt te geven. Grapje. We weten al een tijdje dat Gea en Reinie nu op Tenerife zouden zijn , op vakantie met Koen en Lia. Dat is de reden waarom wij terug gevaren zijn en de haven van San Miguel  weer opzoeken. Desalniettemin zou een knipbeurt geen kwaad kunnen.
 
We hebben het heel gezellig en lekker gehad.
 
 
 
 
 

vrijdag, maart 10, 2017

Verhaal 22: La Palma 10 maart ‘17


We varen  24 februari noordelijk langs La Gomera, de eerste mijlen met tegenwind. Daarna gaan we overstag en pikken de NO wind op. Met een lekker gangetje van 8 tot 10 knoop zeilen we comfortabel naar de zuidpunt van La Palma. Door het heiige weer is het eiland pas op het laatst goed te onderscheiden. De wind om de punt doet ons met 13 knoop langs de vuurtoren stuiven. Plots zakt de wind in naar nagenoeg windstil en op de motor bereiken we de ankerbaai buiten de haven van Tazacorte aan de westkust. We willen een paar dagen ankeren om van rust en vrijheid te kunnen genieten met prachtig uitzicht op de bergen, vooral in de avondzon. Frits ziet in het heldere water rotsen onder de boot. Ik duik langs de ankerketting een paar meter naar beneden om te checken hoe het anker er bij ligt. Het ligt braaf in zand, maar wel vlakbij gladgesleten rotskeien. De ketting schuurt over de rotsen bij het bewegen van de boot. Dat houdt ons uit de slaap en erg geruststellend klinkt dit geluid niet. We willen het onze nieuwe ketting niet aandoen en zoeken de volgende dag een plek in de haven. Hartelijk ontvangen door vriendelijke havenjongens liggen we eersteklas als eerste boot aan wat lijkt een Hollandse steiger. Maar liefst 8 Nederlandse schepen , waaronder een aantal bekenden, liggen hier op een rijtje. Is dat toeval? Het is hier prettig relaxed en er hangt een gezellige sfeer. Het strand, terrasjes en een kleine supermarkt zijn vlakbij. Voor grotere supermarkten moeten we een half uur omhoog lopen door bananenplantages om in het dorp Tazacorte te komen. Er gaan ook regelmatig bussen over het hele eiland.
 

 
We hebben tot nu toe niet stilgezeten. Ons verblijf hier begon met een groot festival :” El dia de los Indianos.”  Het is een herinneringsfeest aan de tijd dat veel mensen van La Palma uitweken naar Cuba om er te werken. Toen het daar minder werd en ze bruingebrand terugkeerden naar La Palma wilden ze blanker lijken. Blank stond voor rijkdom. Ze bestrooiden zich met wit talkpoeder om witter en rijker over te komen. Nu komt iedereen in het wit gekleed op het feest. In de straten zijn bussen talkpoeder te koop en men bestrooit elkaar  royaal  terwijl Cubaanse muziek door de straten galmt, mensen spontaan dansen op stoepen en pleinen, aangemoedigd door de glazen koud  bier en mojito met witte rhum die heerlijk smaken. Het gedrang van al die wit bepoederde mensen in stofwolken van talkpoeder werd ons letterlijk te benauwd. De groep van 8 Nederlanders raakten elkaar kwijt maar vonden elkaar wonder boven wonder en ondanks onze wit bepoederde brillenglazen ook weer terug , van top tot teen wit uitgeslagen als de kleine gepoederde en gedroogde vijgen van La Gomera. De sfeer was prima en leuk om mee te maken, maar als de muziek steeds harder dreunt  en onze oren toeteren houden we het voor gezien en brengt de bus ons naar de stille haven. Overdag is hier genoeg ambiance van Spanjaarden die een uitstapje maken langs de boten en het restaurantje. ’s Nachts kan je hier een speld horen vallen, mits het niet waait en mits de branding in de ankerbaai niet tegen de rotsen bonkt alsof er een rommelend onweer nadert.

 
Met een groep van 8 Nederlanders tussen de 58 en de 66 jaar hebben we een mooie bergwandeling gemaakt. Ondanks dat we niet echt geoefend zijn konden we het tempo van de anderen goed bijhouden en klauterden we over rotsen, en door dennenbossen omhoog. Na 3uur namen Frits en ik de route naar benden terug terwijl de anderen nog een paar uren door klauterden. Het afdalen is het meest vermoeiend. Toch enigszins kaduuk van de spierpijn kwamen we weer uit op de hoofdweg bij een bushalte en restaurantje waar we nog net de tijd hadden om een zalig koud biertje te drinken voordat de bus arriveerde. Voor een tweede wandeling zijn we overstag gegaan en hebben we echte wandelstokken gekocht, toch wel onmisbaar op moeilijk parcours.

 
 
 
 
Marc en Carola hebben hun mast van hun boot laten takelen omdat een zware stalen band waar de verstaging aan zit begon te zakken. Frits heeft hen 2 dagen meegeholpen met het maken van een houten kraag bestaande uit kleine blokjes op maat gezaagd en aan elkaar geregen waar de stalen band op kan rusten. Daarna werd de houten kraag in glasmat en epoxy gezet.
 
 
Met Nicole ( uit Brussel) heb ik een hippiemarkt bezocht. Zowel op La Palma als op La Gomera hangen hier nog veel hippies rond en het is alsof de tijd uit onze jeugd heeft stil gestaan met nog hetzelfde sfeertje van “peace and love.” Ik heb mijn outfit er op aangepast.
 
 
 
 
 
Met de groep van de 8 oudere Nederlanders hebben we onder het genot van samen koken en heerlijk eten zitten filosoferen hoe we de bezuinigingen in de zorg de baas zouden kunnen blijven . Nicole als makelaar zou een mooi groot huis kunnen regelen met zeezicht; Wijnand zou ons als fysiotherapeut en gymleraar in topconditie  kunnen houden . Bovendien kookt hij voortreffelijk; José zou als verpleegkundige over onze gezondheid kunnen waken; Coen zou als aardrijkskundeleraar ons kunnen vermaken met verhalen; Marlies zou als secretaresse alle papieren rompslomp kunnen beheren; Frits zou als technische man kunnen zorgen voor het onderhoud van het pand, computerzaken inbegrepen; Ik zou als logopediste voor de ouder wordende mens mijn steentje kunnen bijdragen; Diederik zou kunnen fungeren als coördinator van het geheel en waar nodig assistentie kunnen verlenen. Perfect toch? Nu nog eens worden over de locatie.
Frits doet allerlei reparatieklussen aan de boot  inclusief de bijboot, die maar niet mee wil werken, weer een keer plakken. Af en toe nemen we de bus naar het stadje Los Llanos om internet te regelen bij Orange, om stokken te kopen, om de Carnavalsoptocht te zien voorbij dansen. Geen versierde wagens waar muziek uit boksen knalt maar een lange stoet van opzwepende trommelgroepen  afgewisseld met dansgroepen in kleurige kostuums met vooral heel veel lange veren. Natuurlijk zijn de kleintjes het meest vermakelijk om naar te kijken.
 
 

 

 
Het is inmiddels maart. De temperatuur deze week is flink gestegen ook ’s avonds nog 27 graden. Trokken we vorige week na zonsondergang een trui en sokken aan en kropen we op de bank met een aflevering van een  Onedin Line dvd, nu zitten we tot laat buiten  in korte broek en hemdje Onedin te kijken op de laptop. Het is wel vochtig warm en er hangt een mistig laagje over zee. Soms is de boot kletsnat ’s morgens en de bergen bij de ankerbaai slechts schimmig te zien. Hanen kraaien het begin van de dag , merels fluiten opgewekt elke dag een octaafje hoger lijkt het wel, krekels tsjirpen in het licht van de maan, fleurige bloemen richten zich naar de zon net zo genietend van haar warmte als wij. Ze krijgen hun water niet van de regen maar van het vocht in de lucht. Het is lente.


Het groepje “ouderen” valt uiteen. Ieder gaat weer zijn eigen weg. Sommigen gaan tijdelijk even terug naar Nederland voor een korte familiepauze en keren dan terug om volgend seizoen naar het Carieb te varen. Wij blijven hier nog een aantal dagen om de voorspelde harde wind af te wachten en willen dan terug naar La Gomera of Tenerife tot zich een kans in het weerbeeld voordoet om over te steken naar Madeira terug.