maandag, mei 31, 2021

Verhaal 5 Mei 2021 “We drijven weer !”


De Dag van de Arbeid is voor iedereen een vrije dag maar de horeca, alleen in de gemeente Portimȃo, kan daar niet veel plezier uit putten. De strenge lockdown met gesloten bars en restaurants wordt met een week verlengd. Ook Moederdag, hier gevierd op 2 mei levert dus geen geld in het laatje. Mensen vieren het in Ferragudo en zo doen wij ook.


Voordat Salon op 7 mei weer te water gaat moet er nog een en ander gebeuren. Onder het brugdek verf ik nog weer bij met rode verf; ik verf de grijze vlakjes in de scoop opnieuw met grijze antislipverf ( dat ziet er weer mooi strak uit); Ik poets de bijboot met een speciaal middel om alle viezigheid er af te krijgen; Frits maakt de hoes die de naaister gemaakt heeft om de kop van de bijboot en maakt hem weer takelbaar; ik verf het balkje tussen de voornetten opnieuw; we gaan samen met de laatste plafondplaat bezig. Hij is zo groot dat we hem buiten op een deken neerleggen en insmeren met lijm. De lijm droogt heel snel en we moeten opschieten om het nieuwe vinyl er op te plakken. We dekken de plafondplaat af zodat hij een paar dagen kan drogen en in het vele werkstof toch schoon blijft. We bevestigen de plaat binnen. Voorlopig hangt hij maar er zal nieuw klittenband op moeten. Dat geldt ook voor de zijflappen van de tent en we laten de naaister dit klusje klaren.



De coppercoatverf van de zwaarden is opgeschuurd om het koper in de verf naar de oppervlakte te halen. Met behulp van een jongen op de werf takelen we de loodzware krengen omhoog: ik takel met de elektrische lier die het maar amper aankan, de jongen beneden houdt met een touw dat aan het zwaard geknoopt zit het zwaard van de romp vandaan zodat hij er niet tegenaan klettert; Frits staat bij de zwaardkast op het dek en begeleidt het zwaard precies in het gat. Het lijkt even door de vele lagen verf dat het niet meer past maar uiteindelijk geeft het zwaard zich over en valt gewillig naar beneden. Ook het tweede zwaard doet het na wat wrikken. 


Bij een bouwmarkt vonden we mooie dunne lijstjes om de plafonds mee af te werken ( op regenachtige dagen); ik heb vele boodschappen als voorraad aangesleept op de fiets en zo ook tachtig liter water in flessen van 5 liter. In het kratje achterop de fiets passen precies vier flessen. Met het zomerse weer van onze laatste week op de werf absoluut geen straf om zo vaak heen en weer te fietsen naar de supermarkt. 


Frits werkt nog één keer beschadigingen in de witte verf bij maar dan wordt het tijd om verf en gereedschap op te ruimen. Terwijl de jongen van de werf het coppercoatgedeelte weer helemaal schuurt en daar twee volle dagen mee bezig is, willen wij afstand nemen van het lawaai en het stof. In Ferragudo is een gezellig terrasje met heerlijke tapas. Josje en David kenden het al en we gaan een paar keer samen op de fiets daarheen gezellig eten. De parasol is nodig!



Met dezelfde kar van vorige keer wordt Salon een stukje verzet zodat de plekken waar de steunbalken zaten ook nog behandeld kunnen worden.



Op 7 mei om 14u rijdt de grote kraan ons naar de plek waar we weer te water gaan. Alles gaat goed en we worden na 7 weken werf vriendelijk uitgezwaaid.

                                      


We varen naar de uitgang van Portimão om er een paar dagen rustig te ankeren. Twee dagen zijn inderdaad rustig en zomers. Daarna staat de wind recht de haveningang in zodat we behoorlijk liggen te schommelen. Het regent ook nog bovendien, maar dat vinden we knus: lui op de bank, weer eens een boek lezen, met foto’s bezig en prachtige luchten als de zon zich niet zonder slag of stoot laat verjagen…



Afscheidsplaatjes van Portimão








Terrassen gaan weer open

Zodra het weer opknapt varen we met heerlijk rustig weer en de zon in de rug naar Alvor. Geen wind, het water een golvend olieveld, de motoren pruttelen zacht. We varen Alvor voorbij naar Lagos, draaien dan om zodat we toch nog tien minuten voor de wind met de genua op  naar Alvor dobberen met 1,5 knoop. Maar… we zeilen!


We ankeren op onze vertrouwde plek voor de bosrand van het mooie huis. De plek voor het huis bewaren we voor Anne en Dag die de volgende dag  met hun grote catamaran “Marlie” vanuit Vilamoura naar Alvor komen.

We vieren gezamenlijk op hun boot de eerste zonsondergang “ Back in Alvor ” en daar hoort een etentje bij. Het restaurantleven begint heel langzaam op gang te komen.




Helaas voor het hondje van de overburen, hij krijgt niets van onze overheerlijke lamskoteletjes.



Het strand van Alvor met de prachtige rotskust is niets veranderd en zal dat voorlopig ook niet doen. Met Anne over het strand, kletsend over verleden, heden en toekomst, is het volop genieten. 






Alvor is toch een beetje thuiskomen en dus blijven we er een tijdje hangen. De Engelse buren van vorige jaren, Les en Marrie zijn ook nog steeds van mening dat Alvor staat voor “ Living in Paradise “. En daar is niet veel tegen in te brengen.



Frits ververst nog de olie van de motoren, vervangt de filters en doet vet bij de roeren voordat we naar Portimão terugvaren. Daar willen we nog boodschappen inslaan en dan doorvaren naar Faro. Het mag nog niet zo zijn. Eerst is er geen wind, dan drie dagen te veel wind ; het lijkt ons beter weer voor het huis in Alvor te ankeren omdat we daar prima beschut liggen voor de harde Noordenwind.

Als de wind uitgeraasd is gaat het weer anker op naar Portimão , deze keer zonder een kluwen visnet in het anker en vishaken in mijn vinger. Ik kan me niet voorstellen dat een vis dit leuk vindt. 


In Portimão heeft de buitenboordmotor van de bijboot er geen zin meer in. Hij wordt opgehaald met een stoere motorboot die aan land rijdt als een auto. 


“Elk nadeel heb zijn voordeel !” Josje en David komen met hun bijboot vanuit de haven naar ons toe en op de valreep zien we na maanden afwezigheid Diederik en Nicole uit Brussel terug. We hebben in 2017 veel met elkaar opgetrokken op de Canarische Eilanden. Heerlijk hen weer te treffen met een etentje in het gezellige pittoreske Ferragudo . De zonsondergang is fabelachtig mooi. De volle maan wil zich niet laten kennen.





Op 26 mei gaat om 6u30 het anker op, samen met de zon, en varen we naar Faro. Al die maanden is het meestal Westenwind. Uitgerekend vandaag geen wind of wind uit het Oosten en deining van één meter hoog uit het Oosten. Maar we kunnen op het voordek in de zon genieten van dit rustige schommelende tochtje. Het is bijna betoverend en sprookjesachtig hoe de zon een weg voor ons uit plaveit van fonkelende ledlampjes op de deining. Ze flikkeren als de verlichting in een kerstboom en gaan uit als we er vlakbij zijn. Soms is er een strook glad water, als een straat die we moeten oversteken om weer bij de lampjes te komen. Het water rimpelt als de zongebruinde huid van mijn armen. Nog kleinere visdiefjes als de visdiefjes van Alvor fladderen als witte vlindertjes boven de golven, maar niet met vleugels van papier. En sterven doen ze voorlopig zeker niet: speels, behendig  en snel vangen ze hun smakelijke hapje. Wij wachten tevergeefs op een vis die wil bijten en even tevergeefs wachten we op de dolfijnen die , zo menen wij, nu  toch een perfect speelveld hebben. Bij de ingang van Portimão viel dit geluk ons wel ten deel.

Met een sterke stroming spoelen we de haveningang van het waddengebied bij Faro binnen. We varen tot vlak voor de stad om onze Franse vrienden José en Nathalie, die we 2 zomers geleden in Tanger hebben leren kennen, weer te ontmoeten. Ze staan met hun Westerly  op de werf in Faro om aan hun schip te werken. Alweer een fijn weerzien. Ze trakteren op een etentje in de oude binnenstad van Faro op het plein waar Frits en ik in 1982 al rondliepen. Op datzelfde plein was toen een kerkdienst en werden de brandweerlieden door de pastoor gezegend met een grote kwast  met wijwater dat hij uitbundig over hen heen sprenkelde. Toen waren we op reis met  Frits zijn eerst gebouwde Wharram catamaran van 9 meter. Toen kwamen we ook in Tanger aan maar werden weggestuurd omdat we geen visum hadden.


De binnenstad van Faro is “paars” van de bloeiende Jacarandabomen. De afgevallen bloemen zorgen voor een paars vloerkleed op de stoepen en op een grasveld lijkt het alsof de krokussen uitkomen . Het geeft een mooi fleurig lentegevoel, zelfs op een bewolkte dag.  



De oude stad is sfeervol met zijn vele kleine straatjes, pleintjes, terrasjes, parkjes…






Ondanks dat het een bewolkte dag was is de zonsondergang fantastisch mooi.



 Na het leuke bezoek aan de Fransen varen we ook naar Culatra. Er liggen wel meer jachten maar het is niet te vergelijken met vóór de coronatijd. Het nu nog rustige autoloze Culatra verandert niet, blijft fotogeniek. Het is er fijn wandelen over een wandelpad van noord naar zuid dat uitkomt op het  witte strand door een ongerept duingebied met vele paars bloeiende struiken, geel bloeiende distelplanten, lieflijke lila  en witte bloemetjes. De bougainville straalt zijn mooie diep roze kleur tegen een felblauwe lucht , een perfect zuiders plaatje voor een reisgids. 







Het eiland heeft geen geasfalteerde wegen. Tot voor kort was er alleen zand. Sinds een paar jaar zijn grote betonplaten gelegd om het lopen makkelijker te maken. De lage kleine huisjes zijn meestal in vrolijke kleuren geverfd, er rijden minivrachtwagentjes rond voor onderhoud, met gasflessen of met levensmiddelen die vanuit Faro en Olhão aangevoerd worden. Het eiland heeft een grote vloot aan kleine vissersbootjes en de pier ligt vol met bulten visnet.







De zonsondergangen zijn bijna elke avond van een bijzondere schoonheid. Als de wind stilvalt, de weekendgasten met hun speedboten en irritante waterscooters vertrokken zijn, het water tot rust is gekomen na een woelige dag, de zon het blauw van de lucht vervangt voor geel, oranje, rood en paars…, dan daalt een serene rust neer die door mijn ziel snijdt.






Foto vanaf de boot van het Duitse jonge stel Benjamin en Elena, net terug van de Canarische Eilanden. Bijzondere sfeervolle Lagoon  met veel planten in de kuip en een dak van afgevallen palmboombladeren.

Nog enkele plaatjes geschoten tijdens een wandeling met Anne en Dag.




Hutten waar de vissers hun spullen opslaan.


Een koppel musjes denkt een nestje te kunnen bouwen in de vouwen van ons grootzeil dat in de hoes zit. Ook al zitten we op het voordek koffie te drinken dan blijven ze plukjes duingras aanvoeren. Jammer dat we weg moeten varen en ze een andere boot opzoeken.



Tot voor kort woonden in een inham nog vele hippies op hun boot. Een aantal jaren geleden werden ze weggestuurd. Een paar zijn vertrokken maar hebben hun boot op het strand achtergelaten, overgeleverd aan wind en tij.



Met hulp van Dag klauter ik op de Tangaroa en Anne maakt een fotoshoot.





Er varen nog steeds vreemde snuiters rond.


Er zijn nog een paar klussen geklaard. Frits heeft de preekstoel bakboord achter weer vastgezet met epoxy. Hij was bij het uit het water takelen in Portimão uit het dek getrokken toen hij tegen de betonnen wand aan kwam. Samen hebben we de eerste plafondplaat van nieuw klittenband voorzien en bevestigd. Hij valt er niet meer af.

We sluiten de meimaand af met een licht bewolkte dag voor anker bij een punt strand die bij laag water droog valt. De sfeer doet ons aan Schiermonnikoog denken.                     Niet verkeerd!                                                                                                                 Omdat het bezoek van Anne en Dag heeft afgezegd gaan we voor een allerlaatste keer samen lunchen op het eiland en koffie drinken met chocoladetaart  bij hen aan boord. Ook niet verkeerd!