zaterdag, april 30, 2022

Verhaal 4 April 2022 “April doet wat hij wil.”

 

De maand april begint met mooie herinneringen aan mijn pensioendatum, drie jaar geleden alweer. We vieren het niet echt maar toch wel grappig dat Christel en Bernd de geraniums van mijn vader terugbrengen en ik alsnog in de bloemetjes gezet word. Christel heeft  voor ze gezorgd toen wij in Afrika waren.

Het is gezellig om het jonge Portugese stel naast ons weer te zien en andere mensen aan de steiger en verderop in de haven Nederlandse vrienden. We zouden meezeilen met José, de Portugese buurman aan de andere kant , op zijn snelle wedstrijdjacht Oyster …  maar er komt steeds iets tussen. Is het niet het weer dan is het een afspraak bij de oogarts. Evenzogoed hebben we gezellige tapas avonden met veel gespreksstof zowel met José als met het jonge stel, ongeveer net zo oud als onze kinderen. Leeftijd speelt geen rol.


 Ik wil een oogcontrole laten doen in het ziekenhuis van Alvor maar de wachttijd is een maand. In Albufeira kan ik vrijwel direct terecht bij een oudere oogarts in het ziekenhuis en we gaan er heen met de taxi. Anderhalf uur na mijn afspraaktijd doet hij niet veel meer  dan het normale kijken met de lampjes in mijn ogen . Hij verwijst me door naar Alvor om een volledig in kaart gebracht beeld te krijgen van beide ogen. Dat kan dan wel vreemd genoeg direct de volgende dag. Er worden foto’s en scans van beide ogen gemaakt en met 2 stapeltjes A4 tjes waarop de meest mooie gekleurde plaatjes, grafiekjes en cijfertjes staan word ik zonder uitleg teruggestuurd naar Albufeira. De plaatjes in kleur zeggen me niet zoveel maar geografische plaatjes van een wereldbol of weerkaarten zijn er niets bij. De oogarts in Albufeira kan er volgens mij niet veel meer wijs uit worden dan ik. Het enige wat hij concludeert is dat ik behoorlijk bijziend ben! Nu weet ik dat zelf al meer dan 50 jaar.



Waar ik voor kom is me nog steeds niet duidelijk verteld: is de scheur in het netvlies van mijn rechteroog nog steeds dicht?  Hij denkt het wel maar zal nog eens kijken met een sterke lamp. Hij bevestigt dat de scheur nog dicht is en dat ik af en toe nog “beestjes” voorbij zie komen is normaal. Dus drie afspraken verder en heel wat lichter in mijn portemonnee weet ik dat de laserbehandeling in Dar es Salaam goed gebeurd is. Toch wel een geruststelling. Ik wil ook een oogmeting bij hem laten doen omdat ik niet scherp zie met mijn bril. Hij adviseert eerst een maand beide ogen te druppelen met hele dure druppels en dan terug te komen. Ik ben mijn vertrouwen in hem een beetje kwijt en vraag Christel die arts is in Portimaõ om advies. Ze verwijst me naar een opticien in Portimaõ waar ik de volgende dag terecht kan. Een geweldige dame onderwerpt me aan een nauwkeurig onderzoek, legt uit wat ze doet en bevindt en anderhalf uur later is een nieuwe bril met nieuwe glazen besteld. Drie dagen later kan ik de bril en drie bijbehorende magnetische klipzonnebrillen ophalen. Het rechteroog is een half punt beter geworden en ik zie nu inderdaad scherper. De opticien waarschuwt me vooral voorzichtig te zijn ook met het linkeroog. Door de hele grote afwijking is het netvlies erg dun geworden met gevaar voor loslaten. Niet sporten, niet zwaar tillen, niet voorover bukken, niet zwaar inspannen… Over zwemmen heeft ze het gelukkig niet gehad.


Ik zwem sinds we terug zijn uit Afrika elke dag ook al is het maar 16 graden.  Sinds we op 14 april naar Alvor zijn gevaren en aan de boei van Vitor en Gilda mogen liggen is zwemmen makkelijker vanaf de boot , maar niet minder koud. Het hangt van het weer af hoeveel rondjes ik om de boot zwem of dat het zwemmen zich beperkt tot een paar meter. Ik kan mijn eerste nachtelijke  zwemmen bij volle maan al afstrepen. Als op 17 april het donker aan het laatste licht van de dag knabbelt, glijd ik geruisloos in het koude water en volg de weg van de maan. Niet te ver want ik moet ook nog terug. Een lauwe douche, een grote handdoek en een warm dekbed doen me tintelen.


Het weer is wisselvallig. Ook in Portugal doet april wat ie wil en buitelen we door de seizoenen heen.

“Wisselvallig.”

Het giert,

Het loeit,

Het zwiept,

Het rukt,

Het beukt,

Het is guur,

Het is winter.

 

Het verwarmt,

Het tintelt,

Het kriebelt,

Het bloeit,

Het geurt,

Het is zalig,

Het is lente.

 

Het gloeit,

Het zindert,

Het brandt,

Het zonnebrandt,

Het versloomt,

Het is zwoel,

Het is zomer.

 

Het sombert,

Het drupt,

Het tikt,

Het trommelt,

Het roffelt,

Het is gezellig,

Het is herfst.

De regen maakt het gezellig binnen bij een snorrende gaskachel die ons na 30 jaar nog steeds trouw blijft. Buiten levert het mooie plaatjes op als de zon zich toch nog even in een glimp laat vangen en een volledig fraai afgewerkte regenboog tevoorschijn tovert.


De natuur doet wel duidelijk lenteachtig aan. Velden en bermen vol bloemen van botergeel, citroengeel en wit  tot zacht lila en dieppaars. Ooievaars zitten hoog op hun nesten en verzamelen nestmateriaal. De partner zit laag in het nest en is vermoedelijk aan het broeden. Lepelaars, misschien nog wel uit Nederland en hier neergestreken voor de winter, fourageren met hun lepelsnavels langs de zandbank vlakbij de boot. Ze vinden genoeg voedsel zo te zien want ik zie ze bij elke stap en heen en weer beweging van hun snavel iets oplepelen en doorslikken.  Merels laten zich horen en visdiefjes scheren met schelle stem over het water.



Alvor is niets veranderd en zal dat hopelijk ook nooit doen. Een stukje ongerept waddengebied. Dezelfde vissersbootjes op het strand; dezelfde dode palmboombladeren op een bult in een vissersboot die niet meer gebruikt lijkt te worden; dezelfde viskorven opgestapeld in de visserijhaven; dezelfde terrassen aan het water,  alleen de mensen zorgen voor een wisselend decor; dezelfde vissertjes die bij laag water op het wad naar mosseltjes en messchelpen scharrelen; dezelfde steiger voor de bijbootjes in prachtig avondlicht.






En ja, er wordt ook geklust. Beetje ongebruikelijke klus is het repareren van Frits zijn fiets. Met José haalt hij de fiets uit elkaar omdat het stuur onveilig heen en weer wiebelt bij het fietsen. In de stuurstang is iets afgebroken. Het onderdeel kan gelast worden op de werf en Frits monteert de onderdelen weer in elkaar. Nog nooit zo’n stevige fiets gehad.

In de boot komt de bekleding van de plafonds op verschillende plaatsen naar beneden. We halen latjes op van 2 meter en Frits maakt een begin met het vastspijkeren er van. Later moeten ze nog geverfd worden.


Er is nog een klus aan Bernd zijn bijboot. De bodem van de bijboot moet nodig verstevigd worden en Frits leert Bernd hoe met glasmat en epoxy te werken.

Ook Rob en Ineke die inmiddels bij Mar Menor ankeren hebben advies nodig van Frits, “de epoxyman”. Bij harde wind is ’s nachts een zwaar stalen schip van het anker geslagen bij windkracht 6 en op hen gebotst. Hun boeg is beschadigd. Op dat moment was het in Alvor begin windkracht 8. Ze mogen dus nog van geluk spreken…

Eén van onze accu’s heeft de geest gegeven en Vitor en zijn hulp Francisco helpen Frits met het ophalen van een nieuwe accu van 50 kilo met meer vermogen dan de oude. Het is een klus om dit onhandige gewicht over te tillen van de bijboot op de boot en dan in de kast te zetten. Zonder Vitor zou ons dat niet meer lukken. De krachten nemen af!

Frits zijn verjaardag op 13 april is de laatste dag in de haven. We vieren zijn verjaardag met Josje en David die ons trakteren op een heerlijke lunch in Ferragudo. Na twee dagen regenbuien is het prachtig weer en zitten we in de zon te genieten. Het is zelfs zo warm dat de parasol er aan te pas moet komen.  Grappig feit is dat we op een paar weken na hier een jaar geleden ook met hen zaten op hetzelfde terras bij hetzelfde zomerse weer, met dezelfde gezelligheid en heerlijk eten.


We doen zijn verjaardag nog eens over met Vitor en Gilda maar deze keer trakteren wij. De vijf zomerse dagen zijn een cadeautje dat we moeten bekopen met even zoveel dagen hele harde gure Noordwestenwind en stevige regenbuien. Het kan niet altijd feest zijn. Naar de wal varen in de bijboot is een natte klus en daarom blijven we aan boord.

Pasen wordt hier gevierd met grote en kleine chocolade eieren, chocolade paashaasjes met oogjes die smekend kijken om meegenomen te worden, met speciaal kaneelbrood waarin wel dan niet een hardgekookt ei  zit ingenesteld “Folar de Páscoa”, met anijsbroodjes in de vorm van een dier, variërend van kuikentje tot haasje tot ezeltje volgens mij . Merijn en Julius zouden zeker en  vast vinden dat het broodje op een dinosaurus lijkt.

We ankeren nog een nachtje bij de uitgang van Alvor en vallen droog op een zandbank om het onderwaterschip en de schroeven te inspecteren. Het water is te koud om er lang in rond te lopen. Frits verwijdert wat kokkels op de schroefbladen en trotseert koude voeten.

Met prachtig zonnig weer en de wind schuin achter varen we op 25 april naar Faro om te ankeren voor een klein strandje. Het is feestdag in Portugal: er wordt gevierd dat in 1974 een eind kwam aan de dictatuur en plaats werd gemaakt voor democratie. De rebellen waren niet uit op geweld en droegen rode anjers met zich mee. Al snel gaven de soldaten zich over en droegen eveneens een rode anjer Vandaar dat dit ook de Anjer Revolutie wordt genoemd. Een jaar later werden vrije verkiezingen uitgeroepen.                                                                                                                                          Voor ons is deze eerste zeildag een cadeautje: rustig warm weer  bij de laatste resten van een deining en genoeg wind om te kunnen zeilen langs de altijd mooie rotskust van de Algarve.                            De schapenwolkjes hangen spierwit in de blauwe lucht als een mobile op een kinderkamer . De zon drijft alle schaapjes bijeen tot één groot schaap boven land. Wij zitten de hele dag in kuipstoeltjes op het voordek om beter op de vele vissersvlaggetjes te kunnen letten.                                                     We varen pal naar het oosten, recht op de zon af, voor ons uit een glinsterende baan van zonlicht. Ik zet mijn gele zonnebril op en de wereld verandert in een sprookje: de gekartelde golfjes zijn afgezet met een randje van bladgoud. In elk karteltje lijkt een goudklompje verscholen te zitten. Voor me uit een gouden bad. Als ik de zonnebril afzet is het sprookje verbroken en is alles weer “gewoon” blauw. Langs de kust een eindeloos strand als een wit lint. Precies acht uur na vertrek ankeren we bij het kleine onbewoonde eiland Isla Deserta. We zijn alleen. Nog even zwemmen, het is ronduit koud.





De volgende dag blijft het cadeautje met ons meevaren. Tussen de vele kleine vissersbootjes door varen we naar de uitgang. De schapenwolkjes zijn streperige en vegerige wolken geworden af en toe doorkliefd door een vliegtuig dat in Faro gaat landen. De zee is olieglad waardoor er geen kleine goudklompjes zijn maar één grote goudklomp die zachtjes meedeint met het water.                              Ik zit op het voordek en op ongeveer twintig meter voor de boeg duikt sloom de kromme rug en rugvin van een grote dolfijn op. Hij is alleen en zwemt in sloom tempo op en neer duikend voor de boegen langs. Even later ziet Frits ter hoogte van Tavira een haai van ongeveer 2 meter langs zwemmen. Zijn rugvin steekt boven het water uit en zijn staart zwiept heen en weer. Er is niet veel wind en met een rustig gangetje van 3 tot 5 knoop zeilen we naar Ayamonte op de Rio Guadiana. De vissen bijten niet aan onze haakjes, misschien zijn ze te roestig geworden. We ankeren eerst tegenover Ayamonte aan Portugese zijde maar verzetten vast de klok een uur vooruit om aan de Spaanse tijd te wennen.



Sloom

Zachtjes glijdt Salon door rustgevend water.

Olieglad, een zachte deining.

Gouden zonlicht op het oppervlak.

Een vleugje wind, het water rimpelt

Als opgestroopte mouwen, steeds weer een stukje afzakkend.

Het blauw van de lucht maakt plaats voor grijs.

Eerst licht, dan donker

Versmelt het met de horizon.

Een dolfijn zwemt loom door het beeld,

Zich niet van kleuren bewust.


We vieren Koningsdag samen met Marc en Carola uit Groningen die we al kennen vanaf 2016 op de Canarische Eilanden. We vierden niet zozeer de verjaardag van de koning dan wel ons weerzien. En hoe kan je dat in Spanje beter doen dan met een koud biertje en heerlijke tapas. Een geslaagd feestje!


We kiezen voor een nacht in de haven omdat er harde wind wordt verwacht. Het klopt en het is de volgende morgen guur koud. We wachten totdat de wind rond het middaguur afzwakt en varen dan 16 mijl naar het  zuidoosten richting Huelva. Het blijft cadeautjes regenen: eerst neemt de wind af naar bijna windstil en dat is heerlijk warm, daarna draait de wind naar ZW , neemt toe en we varen met een lekkere snelheid van 7 tot 8 knoop door de golven. De wind is schuin achter, de golven rollen in de scopen. Voor bij de boegen klimt het water hoog op: geen opgestroopte mouwen meer maar eerder kleine fonteinen. Boven zee geen wolk te zien, boven land klitten grote schapenwolken bij elkaar. Bij het schiereiland van El Rompido varen we de ingang op van een riviertje, een prachtig natuurgebied. Aan vaste wal strand, duinen en bos met hier en daar een huis of lage appartementen, er tegenover een schiereiland met een broedgebied voor vogels. Hier laten we het anker vallen, luisteren naar de roep van vogels zowel op het strand als in de lucht en bewonderen een prachtige lucht na een klein regenbuitje.



Na een heerlijke rustige nacht kunnen we met de vloedstroom en de wind mee de rivier verder  op zeilen tot iets voorbij het dorp El Rompido waar we ankeren voor het strand van het eiland. Er is nog niet veel verkeer op de rivier. Af en toe worden we ingelopen door een vissersbootje, feestelijk aandoend door de vissersvlaggetjes alsof er iemand jarig is.


Het eiland is een natuurgebied en waar wij ankeren is een wandelpad waar toeristen/ wandelaars/ strandgangers met een veerbootje worden afgezet. Wij hebben het wandelpad ook gevolgd: in een paar minuten zijn we aan de zeekant van het eiland waar we gisteren langs gevaren zijn. Een langgerekt wit strand. 


 Dit gebeurt er als de vissersvlaggetjes loslaten op zee: Frits Neptunus

 

April eindigt in een werkdag bij ideaal zonnig en windstil weer. Frits vaart de boot om 7u’s morgens vast met de boegen op het strand. Als het water ver genoeg gezakt is gaat hij er af en begint alvast één romp aan de zonnekant schoon te schrobben. Door de coppercoat die  een jaar geleden door de werf is aangebracht, is er nu niet veel aangroei. Geen schelpen of mossels maar slechts een groenig slijmlaagje. Het moet er wel af. Een uurtje later stap ik ook met laarzen overboord. De boegen staan op mooi zand maar bij de achterkant is het modder die aan onze laarzen zuigt. Ondanks dat het maar een dun groen laagje is moet ik toch hard schrobben met een speciale dikke schuurspons. Vooral onder de boot aan de binnenkant is het zwaar werk. Op de knieën in het zand gaat beter dan gebukt staan. Op blote voeten gaat beter dan met laarzen. Frits heeft de witte rompen weer fonkelend m Het water komt weer op, morgen herhalen we deze actie nog een keer. Tenslotte is het dan De Dag van de Arbeid!



Nu de boot weliswaar wat scheef maar super stabiel staat gaat Frits de mast in om alles tot bovenin te inspecteren. Ik hijs hem op de lier omhoog met een extra veiligheidslijn. Tevreden landt hij weer op het kajuitdak: geen problemen geconstateerd en dat geeft toch een prettig gevoel.



Op 18 april heeft  Julen Sanchez de oversteek roeiend over de Atlantische Oceaan gehaald. We zwaaiden hem uit met Rob en Ineke eind november in Portimaõ. Na ruim 4,5 maand solo roeien is hii aangekomen bij Pompana Beach, een stukje noordelijk van Fort Lauderdale.                                                 

Op https://julensan.travelmap.net  is zijn hele afgelegde route te volgen. Van stipje naar stipje geeft de dagafstand aan.  Bij de Bahamas kreeg hij behoorlijk tegenwind en was hij genoodzaakt een stuk terug te roeien. Een enorme prestatie die getuigt van een enorm doorzettingsvermogen, kracht en geloof in eigen kunnen. Wat zullen zijn ouders trots, blij maar vooral opgelucht zijn stel ik me zo voor.