dinsdag, september 27, 2016

Verhaal 6: Faro en weer naar "huis". 27 september '16


Onze 34 jaar oude voetstappen in Faro liggen er nog. Vooral het oude stadsgedeelte heeft zijn charme bewaard. We waren even terug in de tijd toen we over het plein bij de Cathedral do Faro liepen. Op  dit plein met de sinaasappelboompjes stonden we toen toe te kijken hoe het korps van de vrijwillige brandweer door meneer pastoor werd gezegend met een paar zwiepen van zijn enorme in wijwater gedoopte kwast. Wij werden meegezegend. Ook het bruggetje waar we toen steeds onderdoor roeiden met ons plastic tupperware bijbootje is onveranderd. Nog steeds maken vissers met hun kleine bootjes gebruik van dit bruggetje om naar de vissersteiger te varen. Alleen toen deden ze dat nog vakkundig op zeil, nu heeft iedere visser een flinke Yamaha  waar wij slechts van kunnen dromen. Wij doen het met 6 pk. Laatst waren we over een zandbank gevaren en de schroef hapte zand. Er kwam te weinig koelwater maar zoals meestal loste het probleem zich een dag later vanzelf op, nog voordat Frits kon dreigen met een schroevendraaier.

We ankeren buiten de geul vlakbij mooie wit droogvallende zandplaten . Bij laag water komt een landschap te voorschijn van beekjes met zijtakjes en droogvallende zand- of modderplaten al dan niet begroeid met zeegras of ruim bestrooid met schelpen. Vanaf de toren van de Cathedral (1577) gezien, best spectaculair. Witte reigertjes, lepelaars, strandlopertjes, wulpen en zelfs ooievaars scharrelen rond in de modder om hun hongerige magen te stillen terwijl de zon zich onderdompelt in een rode zee.

 Na een paar dagen genieten van deze prettige stad laten we ons ’s morgens vroeg op de stroom meevoeren naar de uitgang bij Culatra. De zon is net op en verlicht een half kantje van de maan. Als een scheefgezakt bolhoedje blijft hij een groot deel van de dag zichtbaar in het westen. Een Jan van Gent kruist ons pad en een tweede komt hem speels achterna gevlogen. Volgens Frits was dat een Marleen van Gent. We kunnen heerlijk zeilen ondanks de aan-de-windse koers. De steile gelige rotskust lijkt net een grote kaas met gaten. Ik verwacht elk moment dat er dikke muizen uit te voorschijn komen. Frits houdt steeds meer van “tochtvrij zeilen” en maakt delen van de tent dicht al naargelang waar de wind vandaan komt. Ik wil graag de wind om mijn hoofd voelen. Oplossing: ik sta op het bankje , rits het dak open en steek mijn hoofd er door. Zeilend varen we de haven van Portimão in. We verkassen   ’s nachts naar  ” ons” plekje bij Ferragudo alweer op de vlucht voor te harde muziek. Altijd spannend om in het donker te varen tussen al die lichtjes. Kleine bootjes waarvan alleen de groene of rode verlichting te zien is schieten als vlugge raketjes om ons heen. De volgende ochtend is Ferragudo zoals het altijd is en zoals het over honderd jaar nog zal zijn. De zon klimt omhoog en verwarmt het gele zand. Vissers werpen hun hengels uit en wachten geduldig tot in het topje van de hengel het belletje klingelt, de klokken in de kerktoren slaan luid en duidelijk om het half uur , visdiefjes zitten elkaar schel piepend achterna, het mannetje ooievaar kleppert in zijn nest boven op de hoge schoorsteen en wenst zijn vrouwtje een fijne zondagmorgen.

Weer “thuis”,  bij Alvor aangekomen bereiden we ons voor op de overtocht naar Madeira. De tijd spreidt zijn vleugels en het is tijd om te gaan. Diesel en water tanken, motoren controleren, navigatieprogramma’s checken, op herhalingscursus wat betreft  “wat te doen in nood?”,  vuurpijlen en brandblussers nakijken, inkopen doen zonder auto, lijstjes maken waar alles opgeborgen zit, laatste keer  droogvallen en onderwaterschip schoonmaken, afscheid nemen van deze en gene... ( went nooit ) Als de harde wind in het gebied naar Madeira baan wil ruimen voor rustiger weer over een paar dagen, dan kunnen de zeilen gehesen worden.

Weer "thuis"in Alvor;Impressie Faro; oude stadsgedeelte Faro; ...waar de zon zich onderdompelt in een rode zee; typisch straatje in het oude Faro; Zeilen is er voor de vissers niet meer bij.







woensdag, september 21, 2016

Verhaal 5: Ayamonte 20 september


De ondergaande zon smelt de heuvels om tot goud. We ankeren nog een paar nachten op stille plekjes in de rivier. Toch onrustiger dan we dachten. Om 6u ’s morgens zitten we beiden rechtop in bed na een zware dreun tegen de boeg. Het flitst door ons hoofd dat het anker niet gehouden heeft en we ergens opgebotst zijn of iemand op ons. Frits is in 2 seconden aan dek met zaklamp en ziet een zware boomstam die voor de boeg blijft hangen. Hij krijgt hem met moeite weg geduwd met de pikhaak. Ook achter de ankerketting hoopt zich bamboe op dat met de stroom meegevoerd wordt. Door de stroming tegen de wind draait de boot vele rondjes en slaapt Frits een nacht op de bank ter ankercontrole.

We ankeren een paar heerlijke dagen buiten de haven van Ayamonte ( Spanje) op de rivier en gaan met de bijboot naar de wal. In Ayamonte proberen we herkenningspunten te vinden van 34 jaar geleden toen we er samen waren op onze allereerste grote reis en toen er nog zwaar bepakte ezeltjes door de straten liepen. De ezeltjes hebben afgedaan. Het hijskraantje dat destijds onze boot Orion uit het water heeft getakeld staat nog steeds op de kade. Ik was toen 8 maanden zwanger van Lonneke. Frits en zijn broer Maarten hebben de Orion toen uit elkaar gehaald en in een vrachtauto gepast om hem weer naar Ter Apelkanaal te brengen. We vonden oude voetstappen op het grote plein met de met kleurige tegeltjes ingelegde banken, omzoomd met palmbomen en bougainville. Verder zijn de herinneringen ver weg gezakt. Een Nederlander in Sanlucar waarschuwde ons dat de Rio Guadiana gevaarlijk gebied is. Velen blijven er hangen om nooit meer weg te gaan. Dat kunnen we alleen maar beamen maar we vinden Ayamonte nog veel gevaarlijker  met al die gezellige kleine straatjes, leuke bars met overheerlijke tapas, om van de ijskoude biertjes nog maar te zwijgen.

Overdag doen we altijd wel wat klussen: Frits doet het meeste werk maar ik ben zijn lieftallige assistente. Oliepeil van de motoren controleren, lijn van de rolfok veranderen, ronde raampjes afwerken, een scheur in het grootzeil repareren en er samen een nieuw stuk zeildoek opnaaien, nieuwe sleetjes en touwen maken bij de voornetten. De sleetjes worden gaar in het zonlicht en breken af, dan zakken we door het net.  Frits zit met een tang stukgesneden draadjes los te trekken als een tandarts die kiezen trekt. Ik neem alles aan en reik hem de juiste instrumenten.. Als vanzelf zingt het liedje door mijn hoofd:  “Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente….”. Ik ga een paar keer per dag afkoelen overboord, maar niet zonder een grondige kwalleninspectie. Vreselijke beesten maar ik vind het wel bewonderenswaardig hoe ze zich ontspannen laten meevoeren op de stroom van hun leven. Bij eb naar zee en bij vloed weer terug. Niks meer dan dat. Ik moet me met twee handen goed vasthouden aan de zwemtrap i.v.m. de sterke stroming. Als ik loslaat ben ik ….weg.

De avonden zijn heel speciaal: de volle maan kwam in al zijn glorie als een enorme gouden bal tevoorschijn van achter de daken van Ayamonte en de laatste avonden is het windstil, de lucht kleurt zachtroze , krekels en wadvogels zingen hun lied, een vissersboot stampt door het roze heen op weg naar de haven en doet ons schommelen op zijn golven. Later op de avond probeert het oranje licht van de straatlantaarns zich een weg te banen door de opkomende mist. Een omfloerst in stilte verzonken tafereel.  Ik kan de stilte aanraken.

De volgende morgen worden we wakker in een witte wereld: potdicht van de mist. Net nu we van plan zijn Ayamonte te verlaten en net nu we gisteren de was hebben laten doen en het nu niet kunnen drogen. We veranderen catamaran Salon in Wasserette Salon en hangen alles door de hele kuip. Als de zon om 10 uur de mist verjaagt gaat het anker op. Er zit een heel groot stuk vissersnet en een kluwen van touw in een stinkende berg modder om het anker gedraaid. Ik hang over de voorbuis en met een kartelmes ben ik 10 minuten bezig om alles los te snijden. Mijn handen stinken naar honderden jaren rottingsprocessen van organisch materiaal. Maar ik heb het gefikst. Op naar Faro.

Oude voetstappen in Ayamonte; Het hijskraantje van 34 jaar geleden staat er nog; Als een gouden bal...; Heerlijk Spanje; brrr kwallen; Een visserschip stampt door het roze; Wasserette Salon.








woensdag, september 14, 2016


Rio Guadiana

Als een glinsterend lint door vergeeld landschap,

Lui en warm slingerend langs droge heuvels, kopergroene rotsen

en verrassend frisgroene oevers met bamboebos.

Meegevoerd stroomopwaarts en geduwd door de wind

Tot waar het het einde van de wereld lijkt te zijn.

Slechts stilte,

Af en toe opgeschrikt door een opspattende vis in grijsgroen water,

Een wegschietende hagedis tussen rotsige stenen,

Een vallend stuk schors van de oude eucalyptusboom bij het zandpad,

Een groen van kleur verschoten vissersbootje schommelend op het ritme

van zacht kabbelend water,

Een krakend touw van Salon aan de steiger,

Een zuchtje wind….

Vredig en in harmonie.

Verhaal 4: Rio Guadiana 14 september '16


Kleine bootjes, afgeladen met spullen om de winkeltjes te bevoorraden, varen het strand op bij Culatra.  Alles wordt overgeladen in de bakken van tractoren en naar de winkeltjes gereden. Vandaar die diepe bandensporen in het zand tussen de huisjes. Wij bevoorraden onszelf, lichten het anker en zeilen in een heel rustig tempo naar de grensrivier Rio Guadiana, tussen Spanje aan stuurboord en Portugal aan bakboord. We willen er  herinneringen ophalen aan onze eerste zeilreis in 1982.  We worden onderweg getrakteerd op een tiental dolfijntjes die ons tegemoet duikelen  en zonder enige interesse in Salon ons voorbij zwemmen. Eerder zagen we al druk krijsende en duikende meeuwen op een kluitje, dus daar zat een school  vis waar ook de dolfijnen belang bij hadden. Helaas was er geen enkele vis die belang in onze haakjes had.

Zodra we de rivier opvaren ruiken we de dennenbossen aan Portugese kant. We kunnen zeilend door de rivier en maken een stop waar Sanlucar aan Spaanse kant en Alcoutim aan Portugese kant elkaar toelachen. We hebben beide rustige dorpjes bekeken:  het Spaanse dorpje helemaal wit en het supermarktje en bakkertje  verstopt in een gewoon huis met kralengordijn in de deuropening. Geen uithangborden en dus bijna niet te vinden. Als ik een voorbijganger vraag naar de bakker wijst ze een richting uit en zegt ze: “4de huis.” en zwoegt de steile straat verder omhoog. Het Portugese dorp viert dit weekend haar 65e feest en dus is daar meer leven in de brouwerij. De huizen zijn ook wit maar afgewerkt  met gele of blauwe biezen. Een Frans stel waarschuwt ons voor 3 dagen en nachten ontzettende pokkenherriemuziek van 8u ’s avonds tot 8u ’s morgens. Ons niet gezien en we volgen hun advies om 7 Mijl verderop bij een klein dorpje Pomerão te gaan liggen aan een steigertje. Ze maken een schets van hoe we door een decor als van een Western  veilig moeten varen om rotsen in ondiep water te vermijden. Ze vertellen ons dat er alleen maar oudjes wonen en dat het er dus  “très tranquille”  is. We voelen ons daar wel thuis en hebben contact met de plaatselijke mensen maar ook met Spaanse gasten in het restaurantje. Pomerão ligt precies bij de Spaanse grens. Geen visdiefjes meer maar zwaluwen om de boot, duikelend naar vliegjes in hun vlucht.

We ontmoeten er een doorgewinterde Argentijnse zeiler die ons min of meer verklapt dat het mogelijk is om nog een stuk verder de rivier op te varen maar dan moet je wel weten waar het gevaarlijk is en dan bedoelt hij ondieptes en rotsen als tanden zo scherp. Bij hoog water zie je ze niet en is het verraderlijk. Toevallig hebben we dat stukje rivier ook nog op onze digitale kaart van Navionix staan en durven we de gok wel aan. We blijven nauwkeurig in diep water varen en bereiken veilig het steigertje onder de oude eucalyptusbomen . De Argentijn, een Engelsman en wij, dat is alles. Vijf minuten lopen de heuvel op staan 4 huisjes en een restaurantje. Het is hier fantastisch liggen op een kalme rivier tussen Portugese vergeelde heuvels. Op de windstille ochtend dat de Argentijn weer vertrokken is, de Engelsman niet aan boord is en wij dus helemaal alleen zijn is het sfeertje wel  zo speciaal dat we er van gaan fluisteren. Alleen vrolijke vogelgeluiden, wegschietende hagedisjes, krakende takjes op de oever, vallend eucalyptusblad, kabbelende geluidjes van opspringende visjes in de rivier… Het gekletter van messen op onze ontbijtborden klinkt zo hard dat we er van schrikken, beschaamd dat we het serene sfeertje verstoren. Alleen het geblaf van een hond verder weg herinnert ons er aan dat de bewoonde wereld niet ver weg is.

De aardige Engelsman neemt ons in zijn auto mee naar het stadje Mertola verderop aan de rivier. We lunchen er heerlijk, doen er wat boodschappen en wandelen door het oude pittoreske stadsgedeelte. Een beloning na gedane arbeid: we hebben de hele zijkant aan bakboord vanaf de groene streep tot boven op het dek opnieuw geschilderd. Een klus die er maar steeds bij gebleven was maar hier in perfecte condities vrij makkelijk uit te voeren was. Alleen opgedroogde stukjes wier die in de nog natte verf zijn gewaaid zullen ons aan deze plek blijven herinneren.

De eerste regenbui sinds 3 maanden is gevallen. Frits gooit los en we zakken de rivier weer af, de scherpe rotsen en ondieptes keurig omzeilend. Leve de techniek. We zien onszelf varen op de kaart waar de diepte van het water nauwkeurig op aangegeven staat. Zonder kaart zouden we dit niemand aanraden. Het is 7u ’s morgens , windstil en we hebben de stroom mee. De thermometer wijst 15 graden aan, mistflarden zweven over het water, opgelicht door de zon die langzaam maar zeker boven de heuvels uitkomt en de hellingen opwarmt. Een kudde net wakker geworden schapen haast zich met klingelende bellen naar de waterkant voor een slok water.

 

Als een glinsterend lint door vergeeld landschap; Tussen Spanje en Portugal in; Werk aan de winkel;De eerste regen sinds drie maanden. Rotspunten komen boven water;Heerlijke kalderaat een Portugees gerecht van versgevangen riviervis, aardappelen, uien en knoflook in een verse tomatensaus. Gewoon de pan op tafel; Aan wat het einde van de wereld lijkt;Mistflarden zweven over het water.








Bevoorraden op Culatra met kleine bootjes en tractors.


dinsdag, september 06, 2016

Verhaal 3 : 5 september Culatra


Er is al weer veel gebeurd afgelopen week. We hebben een auto gehuurd en zijn 3 dagen naar mijn ouders in Spanje gereisd. Het was er heerlijk. Het huren van de auto had nog wel wat voeten in de aarde: ondanks dat we benadrukt hadden bij het jufje van “Rent a Car “ dat we naar Almuñecar in Zuid Spanje wilden rijden, vertelde ze ons , toen we de auto kwamen ophalen, dat we niet verder mochten dan Sevilla vanwege de verzekering. We moesten dus op zoek naar een groter autoverhuurbedrijf en kwamen na wisselende pogingen met taxi’s bij Hertz terecht in Portimão.  Aan één taxichauffeur hadden we gevraagd  even te wachten zodat we konden navragen of er wel een auto beschikbaar was. Toen we nog geen minuut later terug kwamen was de vogel gevlogen en moesten we in de inmiddels brandende zon een dik half uur teruglopen naar de boot. Hoe dan ook hadden we rond de middag de beschikking over een witte Peugôt gelukkig met airco. Toen we in de buurt van Sevilla uitstapten was het 45 graden. Ook op de terugweg wilden we er even uit in het dorpje Osuna. We liepen door het prachtige dorp vol historie bij 41 graden. Geen wonder dat er geen sterveling te bekennen was.

We hebben de auto nog een dag gebruikt om voorraden in te slaan. Eind augustus stond er een harde Noordenwind die Salon tegen de steiger aandrukte.  We hebben los gegooid en na nog een paar dagen aan een boei  zijn we verderop  bij het strand voor anker gegaan om de laatste klussen af te ronden. We hebben beschadigde stukken op het dek, op de kajuit en op de rompen opnieuw geverfd; We hebben nog zoveel mogelijk mossels uit de zwaardkasten gekrabd. Het gebied  met mooie zandplaten waar honderden meeuwen zich verzamelen en hun veren wisselen, leent zich uitstekend om op droog te vallen en aan de boot te werken, of lange wandelingen te maken, te zwemmen in het warme ondiepe water waar bij elke stap scholen jonge vissen wegschieten en zich niet laten vangen.

We maakten even een proeftochtje richting Lagos om te checken of alles werkte.  Opeens riep Frits dat hij een dolfijn zag. Ik liet het koffiezetten voor wat het was en rende naar het dek. Deze dolfijn gedroeg zich helemaal niet als een dolfijn en had een hele andere vin, twee zelfs en pikzwart . Verrek, een HAAI ! Wat een geluk dat ik niet net even overboord was om te zwemmen.                    Het thuisfront is al aan het zoeken geweest wat voor haai het geweest kan zijn. Een stierhaai werd geopperd. Ik kijk nu altijd beter om me heen voordat ik overboord spring.

We hebben nog een nacht geankerd op ons geliefde plekje bij Feragudo waar de ooievaar klepperde op zijn nest boven op de hoge schoorsteen, waar jongens op het strand hun hengels uitgooiden en waar eenzame mannen hun honden lieten ravotten. Nog precies hetzelfde tafereel als een jaar geleden.                                                                                                                                                                 Op 4 september zijn we met een rustig gangetje naar Culatra , een eiland voor Faro, gevaren. Het is de laatste dagen erg warm, rond de 33 graden en er is weinig wind. We zijn nu wel blij met een dakje boven ons hoofd voor de schaduw. Op Culatra hebben we 34 jaar geleden voetstappen laten liggen op onze allereerste grote zeilreis samen. Heel grappig om te merken dat er weinig op  dit eiland veranderd is. Nog dezelfde kleine huisjes in het zand met een betonnen pad voor voetgangers, geen auto’s,  één groot natuurgebied met een lang wandelpad naar zee met prachtige weidse goudgele stranden waar je nog het gevoel hebt alleen te zijn, vissers die in hun kleine vissersbootjes hun netten boeten. In de baai liggen zeker 100 jachten voor anker maar er is zo veel ruimte dat je alsnog apart kan liggen. Het is prachtig als de zon rood is ondergegaan, wij in de zwoele avondlucht op het voordek het gevoel hebben in een foto te zitten, het dunne sikkelmaantje tevoorschijn komt en al die 100 jachten hun ankerlichtje aan doen:  “ ‘t is Kerstmis jochei.”

Werken aan de boot ideaal bij Alvor; alsof we in een foto zitten; mooie huisjes op Culatra; vissers boeten hun netten; bij mijn ouders is het goed toeven; een HAAI !







Afscheid van Alvor.