woensdag, september 14, 2016

Verhaal 4: Rio Guadiana 14 september '16


Kleine bootjes, afgeladen met spullen om de winkeltjes te bevoorraden, varen het strand op bij Culatra.  Alles wordt overgeladen in de bakken van tractoren en naar de winkeltjes gereden. Vandaar die diepe bandensporen in het zand tussen de huisjes. Wij bevoorraden onszelf, lichten het anker en zeilen in een heel rustig tempo naar de grensrivier Rio Guadiana, tussen Spanje aan stuurboord en Portugal aan bakboord. We willen er  herinneringen ophalen aan onze eerste zeilreis in 1982.  We worden onderweg getrakteerd op een tiental dolfijntjes die ons tegemoet duikelen  en zonder enige interesse in Salon ons voorbij zwemmen. Eerder zagen we al druk krijsende en duikende meeuwen op een kluitje, dus daar zat een school  vis waar ook de dolfijnen belang bij hadden. Helaas was er geen enkele vis die belang in onze haakjes had.

Zodra we de rivier opvaren ruiken we de dennenbossen aan Portugese kant. We kunnen zeilend door de rivier en maken een stop waar Sanlucar aan Spaanse kant en Alcoutim aan Portugese kant elkaar toelachen. We hebben beide rustige dorpjes bekeken:  het Spaanse dorpje helemaal wit en het supermarktje en bakkertje  verstopt in een gewoon huis met kralengordijn in de deuropening. Geen uithangborden en dus bijna niet te vinden. Als ik een voorbijganger vraag naar de bakker wijst ze een richting uit en zegt ze: “4de huis.” en zwoegt de steile straat verder omhoog. Het Portugese dorp viert dit weekend haar 65e feest en dus is daar meer leven in de brouwerij. De huizen zijn ook wit maar afgewerkt  met gele of blauwe biezen. Een Frans stel waarschuwt ons voor 3 dagen en nachten ontzettende pokkenherriemuziek van 8u ’s avonds tot 8u ’s morgens. Ons niet gezien en we volgen hun advies om 7 Mijl verderop bij een klein dorpje Pomerão te gaan liggen aan een steigertje. Ze maken een schets van hoe we door een decor als van een Western  veilig moeten varen om rotsen in ondiep water te vermijden. Ze vertellen ons dat er alleen maar oudjes wonen en dat het er dus  “très tranquille”  is. We voelen ons daar wel thuis en hebben contact met de plaatselijke mensen maar ook met Spaanse gasten in het restaurantje. Pomerão ligt precies bij de Spaanse grens. Geen visdiefjes meer maar zwaluwen om de boot, duikelend naar vliegjes in hun vlucht.

We ontmoeten er een doorgewinterde Argentijnse zeiler die ons min of meer verklapt dat het mogelijk is om nog een stuk verder de rivier op te varen maar dan moet je wel weten waar het gevaarlijk is en dan bedoelt hij ondieptes en rotsen als tanden zo scherp. Bij hoog water zie je ze niet en is het verraderlijk. Toevallig hebben we dat stukje rivier ook nog op onze digitale kaart van Navionix staan en durven we de gok wel aan. We blijven nauwkeurig in diep water varen en bereiken veilig het steigertje onder de oude eucalyptusbomen . De Argentijn, een Engelsman en wij, dat is alles. Vijf minuten lopen de heuvel op staan 4 huisjes en een restaurantje. Het is hier fantastisch liggen op een kalme rivier tussen Portugese vergeelde heuvels. Op de windstille ochtend dat de Argentijn weer vertrokken is, de Engelsman niet aan boord is en wij dus helemaal alleen zijn is het sfeertje wel  zo speciaal dat we er van gaan fluisteren. Alleen vrolijke vogelgeluiden, wegschietende hagedisjes, krakende takjes op de oever, vallend eucalyptusblad, kabbelende geluidjes van opspringende visjes in de rivier… Het gekletter van messen op onze ontbijtborden klinkt zo hard dat we er van schrikken, beschaamd dat we het serene sfeertje verstoren. Alleen het geblaf van een hond verder weg herinnert ons er aan dat de bewoonde wereld niet ver weg is.

De aardige Engelsman neemt ons in zijn auto mee naar het stadje Mertola verderop aan de rivier. We lunchen er heerlijk, doen er wat boodschappen en wandelen door het oude pittoreske stadsgedeelte. Een beloning na gedane arbeid: we hebben de hele zijkant aan bakboord vanaf de groene streep tot boven op het dek opnieuw geschilderd. Een klus die er maar steeds bij gebleven was maar hier in perfecte condities vrij makkelijk uit te voeren was. Alleen opgedroogde stukjes wier die in de nog natte verf zijn gewaaid zullen ons aan deze plek blijven herinneren.

De eerste regenbui sinds 3 maanden is gevallen. Frits gooit los en we zakken de rivier weer af, de scherpe rotsen en ondieptes keurig omzeilend. Leve de techniek. We zien onszelf varen op de kaart waar de diepte van het water nauwkeurig op aangegeven staat. Zonder kaart zouden we dit niemand aanraden. Het is 7u ’s morgens , windstil en we hebben de stroom mee. De thermometer wijst 15 graden aan, mistflarden zweven over het water, opgelicht door de zon die langzaam maar zeker boven de heuvels uitkomt en de hellingen opwarmt. Een kudde net wakker geworden schapen haast zich met klingelende bellen naar de waterkant voor een slok water.

 

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage