Verhaal 25 Van Grenada naar Tobago Cays
Dinsdagavond 18 januari zijn Lonneke, Sander en Stijn goed aangekomen op Grenada. We hoefden niet in etappes met het bijbootje naar onze boot toe te varen omdat we de boot al bij de werf hadden gelegd om de reparaties aan de voorstag uit te voeren. Johan en Ylona, een leuk Nederlands stel dat 4 weken op de werf had gelegen om hun onderwaterschip aan te pakken, hadden ons geholpen zodat alles snel en soepel verliep. Helaas begon de Caribische vakantie voor de kinderen met harde stortbuien en veranderde de boot in een modderbad. Lonneke had reserve onderdelen mee, maar de klus was grotendeels al geklaard. Met z'n allen hebben we de voorstag weer gemonteerd en het zeil weer aangeslagen. Sander had de eerste dagen behoorlijk griep te pakken en lag met koorts en een trui aan op de bank bij 35 graden. Hij loopt dus drie dagen achter in het bruin worden.
We zijn daarom helaas niet meer op rondrit geweest op Grenada . Wel bezochten we nog het Fort St. George en leidde een overenthousiaste jongen ons door de gangen van het fort. Hij liet ons zien waar Maurice Bisshop gevangen had gezeten en werd geëxecuteerd . Stijn had visioenen dat hij ons in die donkere gangen zou achterlaten want we konden die jongen haast niet bijbenen. ( Bisshop pleegde in 1979 een coup om van Grenada een socialistische staat te maken. Wie tegen hem was werd gevangen gezet. Het leger zette hem gevangen. Nadat het volk hem bevrijd had werd hij alsnog door het leger geëxecuteerd met de helft van zijn kabinet. Amerika kwam orde op zaken stellen en Grenada werd een democratie.)
De laatste week voordat de kinderen kwamen hadden we veel harde wind en regenbuien. Zodra het er gunstiger uit zou zien wilden we weg uit Prickly Bay.
Sinds vrijdag 21 januari zeilen we naar het noorden en schuiven om de 1 of 2 dagen een stukje van een eiland of een heel eilandje op. We komen op hele mooie " Caribische plaatjes" terecht gekenmerkt door turkoois glashelder water, wit strand omzoomd door palmbomen. Soms is de achtergrond bergachtig, soms is het eiland slechts een smalle strook wit zand met hier en daar wat begroeiing en natuurlijk ontbreekt nooit de palmboom. Vanmiddag viel op een paar meter bij ons vandaan een kokosnoot in het zand.
De trip begon bij Carriacou waar we ankerden in Tyrrel Bay en bij Hillsborough. Dit hoofdstadje was nog vrij ongerept. We liepen naar de bakker en bij de geur van heerlijk vers gebakken brood verwachtten we een echte bakkerswinkel met diverse broden en taarten. Een bordje verwees ons naar de achterkant van een huis. Om het hoekje van het huis kwamen we op een erf terecht waar een soort afgebladderde stal stond waar een koe of paard een fijn onderkomen zou hebben gehad. Toen we naar binnen keken zagen we een deegmengmachine en 2 vrouwen die brood bakten. Het rook er heerlijk en het brood was nog warm. Een eindje verder zaten 2 vrouwen op de grond bij een enorme teil de afwas te doen. Heel gewoon.
We maakten een geweldige tussenstop bij Sandy Island, Een witte strook zand midden in zee, heel bijzonder om daar voetstappen te laten liggen
Van Hillsborough hadden we een mooie zeiltocht naar Petit Martinique en Petit St. Vincent. Ook weer zo een idyllische plek waar je voor eeuwig in het zand zou willen zitten onder een palmboom met uitzicht op prachtig turkoois water. Neigt het nou naar blauw of naar groen?
Een minpuntje was het slechte weer later op de middag toen we over het strand wandelden. Er stak een " gure" wind op ( voor zover dat hier kan bij toch nog 25 graden ) en het regende. Lach niet, maar weer terug op de boot hebben we warme chocolademelk gedronken.
Gelukkig duurt het slechte weer nooit lang en eenmaal opgelost is het stralend blauw en erg warm. Er wordt dus veel gezwommen en gesnorkeld. We ankeren in de baaien op ondiep water van 4 meter en we duiken naar het anker om te controleren of het goed zit in het witte zand. Soms ligt er toch veel wier op de bodem en dan pakt het anker niet goed.
We zeilden verder naar Union eiland. Daar moesten we inklaren omdat we nu in een ander land zijn, St. Vincent. Dus wappert er nu een nieuw vlaggetje.
We ankerden bij Clifton en bij Chatham Bay. Hier komen af en aan kleine vissersbootjes langs met kreeft, oesters, dorade, tonijn, red snepper, sinaasappels, brood. Bijna altijd vragen ze hoge prijzen, maar als we afdingen en onderhandelen gaan ze makkelijk overstag.
De mensen zijn relaxed en aardig. Menigmaal krijgen we bij de groenten- en fruitstalletjes wat extra bananen, grapefruit of kruiden toegestopt. Zelfs de baas van de supermarkt gaf ons extra kippenpoten mee omdat we in zijn restaurant gegeten hadden ( onder begeleiding van een steelbandje)
Gisteren lagen we voor het lege gelige strand van Saline Bay op het eiland Mayreau. Het eiland heeft 1 klein dorpje en er is maar 1 weg en die loopt naar een meer noordelijke baai Salt Whistly. Een wandeling van een uur met steile hellingen , maar dan heb je ook wat. Caribischer kan haast niet.
Vandaag, 29 januari, zijn we aangekomen bij Tobago Cays, het neusje van de zalm. Het zijn kleine onbewoonde eilandjes door (koraal) riffen met elkaar verbonden en gescheiden van de oceaan. Hier is het meest mooie turkoois dat er maar bestaat en hier was het Frits om te doen. Het is werkelijk een oogverblindende combinatie van groene eilandjes, omowit zand, verschillende tinten turkoois zeewater en daar middenin een spierwitte prachtige catamaran waar grote schildpadden bewonderend omheen zwemmen en hun kop goedkeurend even boven water uitsteken. ( Wordt het al eentonig?) Op het eilandje werden we begroet door joekels van leguanen. Maar in de verste verte geen internet. We verzenden dit verhaal via de korte golf. De foto's moeten nog even wachten maar dat houdt de spanning er in.
Liefs van de 5 koppige bemanning,
Marleen, Frits, Lonneke, Sander, Stijn.
.