Verhaal 12 Een gedenkwaardige maand maart 2020
De maand van de lente is begonnen. We beginnen maart met een
reünie
van het “oude team” van de voormalige
school in de vesting Bourtange. Het ligt inmiddels al heel ver achter ons dat
de school gesloten werd maar de leerkrachten van toen en hun partners proberen
nog elk jaar minimaal 1 keer voltallig samen te komen. Met een groep van 11
mensen lunchen we heerlijk in “Het
Kroegje” op het marktplein. We maken een wandeling door de vesting terwijl de
gure wind ons om de oren snijdt. We bezoeken de oude school die nu ingericht is
als museum en we proberen nog iets terug te vinden van de tijd van toen. We
zien elkaar niet vaak als groep en het is dan ook bijzonder dat het iedere keer
zo klikt en als vanzelf gaat. Met dank aan de snelle organisatoren!
Uitgezwaaid door Piet en Geertje op het perron in Emmen zet
de trein zich langzaam in beweging. We zwaaien zo lang we kunnen en door het
raam heen kan ik de wederzijdse brok in onze keel voelen. We zullen elkaar een
hele tijd niet meer zien, toen nog niet vermoedend dat het wel eens heel lang
kon gaan duren. Er is al een tijd onrust over het Coronavirus en de spanning
begint enigszins te stijgen. Zullen er nog vluchten gaan op 9 maart? We
genieten in elk geval nog een aantal dagen van Lonneke en Stijn en de kindjes.
Op 9 maart staat om 3u50 in het nachtelijke donker een taxi
klaar die ons naar het vliegveld in Eindhoven brengt. Om 7 u hangen we boven de
witte wolken en zie ik door het kleine raampje de zon fris en fruitig ontwaken.
We landen eerder dan gedacht al om 9u15 in Malaga en halen
de auto die we geregeld hadden. Het plan om bij mijn ouders langs te gaan om de
90ste verjaardag van mijn vader te vieren gaat helaas niet door.
Frits en ik hebben al een tijdje last van keelpijn en met het oog op dat
onzekere Corona gedoe willen we geen risico’s nemen. Ik heb het er wel moeilijk
mee: zo dichtbij en er niet heen kunnen. We pauzeren op het strandje van mijn
jeugd, vlakbij hun appartement om op zijn (hun) gezondheid een biertje met tapa
te nemen en hen telefonisch te feliciteren.
Als we in de namiddag op de boot terug zijn in Almerimar
treffen we alles goed aan. Onze vrienden en buurman hebben er
tijdens onze afwezigheid van 2½ maand goed op gepast. Veel dank daarvoor.
Het grote schoonmaken binnen en buiten, uitpakken, boodschappen halen kan
beginnen.
Direct die dag er na hervatten we onze gewoonte om samen jeu
de boules te spelen en het is mijn kookbeurt, vind ik na al die tijd. Het is
als vanouds supergezellig maar toen nog niets vermoedend, de laatste keer
voorlopig.
De eerste week dat we terug zijn is het prachtig lenteweer
met hoge temperaturen. Ik kan het niet laten om in zee te gaan. Het water
kabbelt rustig, er is geen branding, geen stroming en het water is niet kouder
dan in Fishhoek, dus waarom niet? Het is nog koud maar heerlijk, het begin van
de nieuwe zomer die al trappelt van ongeduld. Net als ik uit het water ga voel
ik op de vloedlijn een scherp stekende en brandende pijn onder mijn voet. Het
is me wel duidelijk dat ik niet op een schelp heb getrapt of zo iets. Binnen
een paar seconden wordt de pijn heviger en kan ik bijna niet meer lopen. Ik
strompel de 5 minuten naar de boot terug en zet de tuinslang met koud water er
op. Later lees ik dat het heet water had moeten zijn. Ik smeer er
kwallenbeetzalf op en neem een paracetamol tegen de pijn. Via de app kan
Geertje me vertellen dat ik gestoken ben door een Pietermanvisje. Het is een akelig klein visje met giftige
stekeltjes dat zich bij de vloedlijn onder het zand begraaft. Ik had pech dat
ik er net op was gaan staan en geluk dat ik niet gestoken ben door de grote
Pieterman want een prik daarvan kan je
in shock doen raken en in het ziekenhuis doen belanden.
Op zaterdag 14 maart rijden we achter Wouter en Paula naar
Malaga omdat ze hun auto gaan inleveren en dan met ons mee terug kunnen. We
gaan vroeg op pad en zijn rond het middaguur in Almuñecar om op hetzelfde strand
van mijn jeugd van een biertje met tapa te genieten en van de heerlijk belegde
broodjes van Paula. Op dat moment zijn de stranden daar al afgesloten met
linten. Het restaurant met tafeltjes op het strand is nog open en we proosten
op misschien wel ons laatste terrasje. Hoe waar en hoe snel kan het gaan: een
paar uur later moeten de bars en restaurants hun deuren sluiten.
Het hamsteren in de supermarkt is begonnen. Karren vol gaan
de deur uit. We slaan zelf ook een voorraad in, vooral met zware en houdbare
producten, wel zo handig nu we de auto nog hebben. De rekken raken leger en
elke dag zijn vlees, groente en fruit en eieren uitverkocht. Na een week
stabiliseert het en is er elke dag verse aanvoer van alles.
Maandag 16 maart is lockdown overal in Spanje een voldongen
feit. Alle bars en restaurants gaan dicht. Alleen winkels met levensmiddelen,
de apotheek en de wasserette blijven open. Om het kwartier rijdt een auto van
de Guardia Civil langs onze boot , de tijd die hij nodig heeft om een rondje
haven te rijden. De Guardia is streng: het is verboden om zonder doel op straat
te zijn. Toen Frits vanaf de boeg een praatje maakte met de buurman die een
paar meter verderop op de kade stond, werden ze allebei naar binnen gestuurd.
Boodschappen en de hond uitlaten is toegestaan maar dan over een beperkte
afstand. We worden er een beetje schichtig van omdat boetes aardig kunnen
oplopen. Eerst goed de omgeving “scannen” of we een politieauto zien en bij
“kust veilig” van de boot afstappen. Frits werd aangesproken omdat hij bij het
elektriciteitskastje op de kade voor de
boot stond. Wat hij daar deed en waarom hij niet op de boot was. Frits sprak in
zijn beste Spaans : “Problemas con la
electricidad. Buscar problema” en
toen reden ze verder. Op straat en in de winkel moet je anderhalve tot twee
meter afstand houden en in een auto mag alleen de bestuurder zitten; de Guarda
zit in het begin altijd met z’n tweeën in de auto dicht naast elkaar zonder
mondkapje. De laatste week zit er nog maar één Guardia in de auto mét
mondkapje. Zou de ander in quarantaine zijn??? In de supermarkt zijn handschoentjes verplicht.
Ze hangen bij de ingang en er zijn doekjes voor ontsmettingsmiddel. Bijna
iedereen heeft een mondkapje op, zo ook ik. Frits komt niet in de supermarkt en
is alleen nog op de boot te vinden. Zijn enige wandelingetje is de afvalcontainer
honderd meter verderop. Ik loop na het boodschappen doen via een omweg naar de
boot terug zodat ik even tussen de appartementen vandaan ben en zicht heb op de
bergen. Het voelt als een vogel, te lang gevangen in een te klein kooitje en nu
plots ontsnapt door het deurtje, zijn longetjes volzuigend met de frisse lucht
en met volle teugen genietend van het hernieuwde behangetje.
De tweede week van de lockdown slaat het veelbelovende
lenteweer om in een weertype met een herfstig karakter. Het regent veel en het
waait een paar dagen stormkracht. Het geeft me wel de gelegenheid aan het blog
van januari en februari te werken, orde te scheppen in de foto’s en veel te
lezen. Dat doen we beiden graag en veel. Na een paar dagen is duidelijk te zien
hoe vanuit het westen de lucht opklaart. Het blauw duwt het grijs rechtlijnig
naar het oosten terwijl wij nog de laatste regenbui uitzitten.
Inmiddels zijn ook de maatregelen in Nederland en Zuid
Afrika verscherpt. Sander vertelde dat ook daar een Lockdown is voor drie
weken. Wat zijn we ontzettend blij en dankbaar dat we vóór de hele toestand uitbrak
nog een maand bij Sander en Kristin logeerden en met veel plezier en
bewegingsvrijheid hebben kunnen reizen . Ook onze lange periode in Nederland en
bij Lonneke thuis pakken ze ons niet meer af. Desalniettemin maak ik me nu des
te meer zorgen.
Het is in het begin vreemd stil in de haven: al die
terrassen dicht, geen geflaneer, stranden en speeltuinen gesloten, nauwelijks
iemand op straat, geen kindergeluiden, slechts hondengeblaf en meeuwengekrijs. Als er nu al een
geluid is dan komt dat extra hard binnen en het galmt tegen de appartementen
aan de overkant. De stilte went. Wat niet went is de onzekerheid.
De auto die we gehuurd hebben moet binnen twee weken terug
naar Malaga. Omdat we problemen voorzien leveren we de auto eerder in. Alleen
Frits mag in de auto zitten en samen met Piet, die ook zijn auto moet inleveren
, rijden ze elk met eigen auto naar Malaga. Piet heeft een taxibedrijf gevonden
dat garandeert dat hij hen samen in een taxibusje terug kan rijden. Piet en
Frits moeten dan elk op een andere bank in de taxi zitten. Gelukkig hebben ze
geen controle onderweg gehad.
In de derde week van de lockdown worden de maatregelen nog
meer verscherpt. De Guardia blijft rondjes rijden , de toiletgebouwen zijn
gesloten en dus moeten we het toilet en de douche aan boord gebruiken. Gelukkig
hebben we een douche en goede boilers voor warm water; gelukkig hebben we een
catamaran met ruimte genoeg voor ons tweeën, een kuip die we als
zonneterras gebruiken, een tent om beschut te kunnen zitten en heel veel
boeken. Oudere mensen worden nu van de straat geweerd en moeten binnen blijven.
Maar wanneer ben je “een ouder mens”
? Mijn ouders komen niet op straat maar hebben gelukkig ook een appartement met
een ruim dakterras en mijn broer Erik doet boodschappen. De supermarkten
bezorgen niet meer maar de slager en de bakker nog wel. Vele andere ouderen
zullen er wel minder goed voorstaan ben ik bang.
Er is een gedicht van Susan Blanco ( De taalrecycler): “ Maar
de lente wist het niet…”
Ik heb er een variant op geschreven:
Maart 2020
Het was maart 2020
De wereld werd
opgeschrikt,
Het Coronavirus
verspreidde zich in snel tempo en geen land leek er aan te ontkomen.
Maar de lente, zij
wist het niet.
En de gele hoofdjes van
de narcissen wiegden in de wind.
De krokussen piepten
boven de nog koude aarde.
Het was maart 2020
Het jaar dat zo
gelukkig was begonnen kreeg al snel een zware klap te verduren.
Landen als China,
Italië, Spanje … en nog veel meer,
probeerden het hoofd boven water te houden.
Ze deden de grenzen
dicht: niemand er in, niemand er uit.
Vliegtuigen stonden
aan de grond en vele mensen konden niet naar huis.
Maar de zwaluwen , zij
wisten het niet.
Ze bouwden aan hun
nestje onder de balkons van appartementen, een heerlijke zomer tegemoet.
Het was maart 2020
Er werden regels
ingevoerd die gehandhaafd dienden te worden.
In de havens werden
geen jachten meer toegelaten.
De stranden werden
gesloten en met roodwitte linten afgezet.
Geen voetafdrukken
meer in het kiezelstrand.
Geen pootje baden meer
in zee.
Maar de vissen, zij
wisten het niet.
Ze speelden dartel in
het zoute water.
Het Pietermanvisje
wachtte tevergeefs op een slachtoffer.
Het was maart 2020
De regels werden
aangescherpt:
alleen toestemming om
op straat te zijn voor boodschappen of de hond uitlaten.
Oudere mensen mochten
zich niet meer laten zien.
De straten vielen
stil, het verkeer mondjesmaat,
Kinderen bleven thuis
van school, de baan voor jeu de boules lag er verlaten bij.
Sociale contacten
verstomden en mensen waren afhankelijk van app en telefoon.
Maar de mussen, zij
wisten het niet.
Ze speelden vrolijk
tikkertje van boot naar boot.
Ze kwetterden hun
opgewekte verhaal en zeker en vast was het de boodschap
Dat er betere tijden komen en we er moeten zijn voor elkaar.
Marleen