donderdag, oktober 31, 2019

Verhaal 7 Oktober: van Tanger naar Almerimar.



Na een afscheidsetentje met de Fransen José en Nathalie vertrekken we op 1 oktober uit Tanger. De wind is gunstig en niet hard, totdat we op open zee zijn en stroming en wind elkaar tegenwerken. De golven worden bruusk, kort, onvoorspelbaar en driest als een stier die staat te trappelen om de arena in te stuiven. Een uur later geeft de stier zich gewonnen en gaat er bij liggen zoals de kamelen op het strand van Assilah. Het wordt een heerlijke zeiltocht naar Gibraltar. In de scheepvaartroute is het wederom druk en moeten we goed timen om tussen grote schepen over te steken. Marokko is inmiddels in nevels gehuld en Gibraltar komt te voorschijn. We zeilen de baai van Gibraltar in met een uit voorzorg gereefd grootzeil omdat bij hoge bergkapen plotselinge windstoten kunnen ontstaan. En dat gebeurt dan ook, de stier is losgebroken. Plots waait het 40 knopen wind en zijn de golven een meter hoog. We zetten een tweede rif en rollen de genua grotendeels in maar dan nog raakt de stuurautomaat de kluts kwijt en geeft er met alarmerend gepiep de brui aan. Frits stuurt met de hand maar krijgt de roeren niet meer om. Best angstig. Pas als we verder de baai in zijn is alles weer onder controle en het is zelfs even windstil. Als om ons te helpen bekomen van de schrik buitelen plotseling een groep dolfijnen met ons mee. Langs een groot Nederlands platform varen we naar het strand van La Linea en laten het anker zakken .
Marokko verdwijnt in nevelen gehuld.





La Linea is een klein Spaans grensstadje aan de voet van de rots van Gibraltar. Deze hoort  nog steeds  bij het Verenigd Koninkrijk . Ons uitzicht is prima: vrolijk gekleurde flats langs de doorgaande weg en de indrukwekkende rots van Gibraltar. Er worden een paar dagen van hardere wind voorspeld en we besluiten de haven van La Linea in te gaan zodat we makkelijk het stadje in kunnen lopen. Niet onbelangrijk om op mijn verjaardag een terrasje te pakken om tapas te eten en om het museum van de schilder José Cruz Herrera te bezoeken . Hij is op 1 oktober 1890 in La Linea geboren. Er hingen heel veel werken van hem, m.n. portretten maar ook straattafereeltjes uit Tanger omdat hij daar vaak vertoefde.








Na de muntthee van Tanger, is het biertje van La Linea toch ook wel heel lekker.

Als toerist moet je toch één keer boven op de rots van Gibraltar gestaan hebben. Voor ons was het eigenlijk de tweede keer. Toen we in 1982 uit Marokko weggestuurd werden omdat we geen visum hadden zijn we naar Gibraltar gezeild . We lagen toen in de haven van Gibraltar en ik herinner me de apen op de rots en de vliegtuigen die vlak over ons hoofd landden en opstegen. De landingsbaan komt van uit zee en is heel kort. Nu we in de categorie  “oudere mens met klachten” vallen ( Frits heeft last van zijn rug en onze beide knieën zijn ook niet meer wat het geweest is) gaan we met een minibusje naar de top om de hoogtepunten in anderhalf uur te zien. Het is zó niet de manier die wij leuk vinden maar wel comfortabel op dit moment. Hét hoogtepunt zijn de grotten waar we in rond kunnen lopen. Indrukwekkend. De apen zijn niet meer wat het geweest is: niet in aantal en niet in originaliteit. Ze zijn getraind om de toerist te plezieren: ik hoef geen aap op mijn hoofd voor een foto!






La Linea is een gezellig typisch Spaans stadje met vele terrassen en een paar leuke pleinen. Het mooiste blijft toch de markt. Wat is het daar elke dag een druk gekwebbel van Spaanse mannen en vrouwen die met veel temperament hun boodschappen doen.



Na Tanger  moeten  we eerst wennen aan het rustige verkeer en dat automobilisten vanzelfsprekend stoppen bij een zebrapad. De eerste dagen kijken we nog schichtig achterom of onze hakken er niet afgereden worden. We wandelen in een half uur naar het Middellandse Zee strand, een langgerekt strand met historie gekoppeld aan de historie van Gibraltar. Er is heel wat af gevochten om de strategische rots van Gibraltar in bezit te krijgen. In de 8ste eeuw werden Spanje en Gibraltar ingenomen door de Moren. Hun overheersing duurde meer dan zes eeuwen. Er volgden eeuwen waarin Gibraltar soms bij de Moren hoorde en soms weer herwonnen werd door Spanje tot 1702. De toenmalige koning van Spanje stierf kinderloos. Engeland greep  zijn kans de Rots te veroveren. Pogingen van Spanje het te heroveren mislukten. De Engelsen bekogelden vanaf de rots de Spanjaarden met gloeiende kanonskogels. Hoe verzin je het?  Er staat nog een monument met een grote rode bal om hier aan te herinneren. In Het Verdrag Van Utrecht werd in 1713 besloten dat Gibraltar bij Engeland hoort. Koning Felipe de Vde   van Spanje gaf in 1727 opdracht een enorme vestingmuur te bouwen die Gibraltar moest isoleren van het vaste land. Deze muur werd La Linea genoemd. De Britten maakten gebruik van de invasie van Napoleon begin 19de eeuw om de muur op te blazen ( 1810) Restanten van de muur liggen als toeristische attractie te bakken in de zon van de Middellandse Zee.



Het blijft acht dagen uit het oosten waaien, de richting die we op moeten varen. In de baai voor het strand van La Linea liggen we rustig en goed beschut. Boven Gibraltar hangt de Levantewolk ( wolk die ontstaat bij oostenwind : warme lucht stijgt op tegen de helling van de berg en condenseert). De hele week blijft Gibraltar in grijze wolken verpakt terwijl het in La Linea prachtig zomers weer is. Ik kan nog steeds zwemmen al  wordt het water nu beduidend kouder.



Met de bus maken we een uitstapje aan de overkant van de baan naar de stad Algeciras waar vandaan de veerboten naar Marokko gaan. Een prettige stad waar net de repetities plaatsvinden van de Guardia Civil en de politie. De vlag wordt gehesen, liederen gezongen, trompetten geschald en geweren afgeschoten. De volgende dag op het echte feest zou er een kerkdienst zijn ; buiten wordt een altaar in gereedheid gebracht , de rode loper uitgelegd en heel veel stoelen klaargezet .



Klusjes van de maand: Frits plaatst een tweede laadregelaar voor de accuspanning  en hernieuwt het frontje er achter . Het moet alleen nog in de verf.  Samen naaien we stukken losgewerkte naden van de tent . De stof is zo dik dat we samen de naald er doorheen moeten trekken of duwen. Het vinyl van het plafond in de kajuit begint los te laten op sommige plaatsen. We plakken het voor een deel, maar de lijm is te dun en kloddert meer dan ons lief is. Wat een ravage kan zo’n klus dan teweeg brengen op een hobbelende boot ondanks dat er plastic op de bekleding lag.
Precies één maand na de regen in Cadiz regent het  een paar buien. Verrukt roepen we allebei kinderlijk blij: “ kijk een regenboog!”  ( niet vanwege de regen maar vanwege de mooie kleuren van de boog)



Op 15 oktober staan we om 8u op. Het is nog donker  maar voor het eerst zien we Gibraltar bij dageraad tegen een mooie rode lucht aangeplakt. Bij het ronden van de kop van Gibraltar, onder de vuurtoren, daar waar de Atlantische Oceaan overgaat in de Middellandse Zee , springen dolfijnen maar ze hebben het te druk met vissenjacht en negeren ons. 


De Atlantische Oceaan is “history”. We zullen voorlopig in de Middellandse Zee blijven. Gibraltar en ook Marokko blijven nog heel lang helder in zicht. De bergen van Spanje stralen in de zon. Met weinig wind kabbelen we langs de kust . De ankerplek voor het strand bij Marbella is windstil maar toch onrustig vanwege behoorlijke deining uit zee. We hebben uitzicht op een prachtige grillige berg.


Frits daagt me uit te zwemmen om te weten of het water hier inderdaad warmer is dan in de Atlantische Oceaan. Ik kan het alleen maar beamen. Het is heerlijk.
Na een voor het eerst koude nacht en onrustig slapen vanwege toch een deining vanuit zee zeilen we de volgende dag vlak onder de kust tussen kleine vissersbootjes naar Punta Calaburros en steken vanaf daar de baai van Malaga af. 



We koersen rechtstreeks naar Almuñecar  waar mijn ouders wonen. Het is zo warm en rustig zeilweer dat we nog in zwemkleding op het voordek kunnen genieten. We hebben geluk dat het 2 dagen heerlijk zomers, nagenoeg windstil weer is en we bij mijn ouders voor het strand kunnen ankeren. Er is geen branding en met de bijboot naar de wal gaan is een koud kunstje. Altijd leuk weerzien en lekker eten op de flat bij mijn ouders. Vanaf hun terras zien we onze mast. Laatste keer dat we er waren was in februari. Dat zal deze winter wel veranderen nu we sinds 19 oktober in de haven van Almerimar liggen. Deze haven wordt onze winterplek voor een half jaar. Het is een uur rijden van Almuñecar vandaan. 



Wouter en Paula, vrienden uit Groningen die al vijf jaar in de Middellandse Zee varen met een zelfgebouwde grote catamaran, verwelkomen ons. Ze zijn een week voor ons aangekomen. Het is fijn dat ze helpen met aanleggen en ervaring hebben met deze manier van aanleggen. We moeten met de boegen naar de kade varen en lijnen overgooien naar de marinero. Hij doet de lijnen om een bolder , geeft ze terug en wij maken ze vast op de boot. Frits moet zorgen dat de boegen de kade niet raken. De marinero pikt dunne lijnen op uit het water en overhandigt ze aan ons. Wij lopen met die vieze modderige lijnen naar de achterkant van de boot. Aan de dunne lijn zit een heel dik touw dat dan boven water komt, vies, modderig en vol kleine schelpjes. De boot is ondertussen een modderboel. Die dikke touwen worden vast gemaakt op de boot en houden de boot van de wal. Met z’n tweeën zou het lastig zijn. Daarna is er heel veel afspoelwerk maar met water op de steiger is dat geen probleem. We hebben de hele manoeuvre nog 2 keer moeten herhalen omdat we niet op een geschikte plek lagen vonden wij. Wouter en Paula staan steeds paraat.
De eerste plek ligt precies aan een gezellige straat met kroegen en restaurants. Tegenover ons is een discoachtige kroeg die tot 4 uur in de nacht doorgaat met muziek in het weekend. We doen geen oog dicht. De tweede plek is iets verderop maar de oude Duitser die er al een hele tijd ligt, te zien aan de schotel die hij op de kade heeft vastgebout, heeft er veel problemen mee dat we naast hem komen te liggen. Met zo’n buurman zijn we ook niet blij. De derde poging in de plenzende regen slaagt. We verhuizen naar een ander dok zonder kroegen. Het is er in elk geval ’s nachts heel stil. Het nadeel is dat de zon afgedekt wordt door appartementen en we pas om 10 u zon op de boot krijgen. Voor iemand die van een ontbijtje in de ochtendzon houdt is dat wel even slikken. Gelukkig compenseert het dat we zon houden tot ongeveer 18 u. Dan verdwijnt hij achter de appartementen aan de overkant. Onze aankomst wordt gevierd met een etentje aan boord van hun boot, de Safari.



We klussen elke dag om de boot winterklaar te maken, ik zwem nog elke dag en we fietsen elke dag. Het is nu in míjn rug geschoten, dus de wandelclub op zondag is nog even niet aan ons besteed. Inmiddels ben ik ook in de tandartsstoel beland en zit er een wortelkanaalbehandeling aan te komen.

Het sociale leven hier komt niets te kort. Ondertussen zijn nog andere vrienden uit Groningen , Henk en Houkje met een hele grote catamaran, de Wahoo ( een Freydis) , aangekomen. Zij liggen in de buitenhaven met zicht op de sneeuw van de Sierra Nevada. Als wij de bergen willen zien stappen we op de fiets. We eten regelmatig bij elkaar aan boord met z’n zessen maar er is ook een Nederlands- Vlaamse groep die elke week uit eten gaat. Niks is een verplichting, je doet waar je zin in hebt.
Na een paar herfstige dagen met harde wind en regen lijkt de zomer weer ingetreden. ’s Morgens wel fris met 13 graden maar ’s middags makkelijk 24 graden als de zon schijnt. Alle terrassen zitten op zondag nog vol met Spaanse families die uit eten gaan.
Op aanraden van Wouter en Paula halen we de rolfokken er af. De genua is geen probleem en komt makkelijk naar beneden. De werkfok blijft bovenin haperen en zakt niet. Ik takel Frits in een hangstoeltje naar boven de mast in. Hij kan het probleem verhelpen maar tot zijn grote schrik ziet hij dat de voorstag  waar de fok op zit bovenin bijna helemaal doorgesleten is. Alle staaldraden zijn doormidden, alleen de kern is nog goed. Bij zwaar weer had dat veel problemen kunnen geven. Gelukkig hebben we een tweede voorstag van de genua die de mast alsnog overeind had gehouden als de eerste was gebroken. Na 26 jaar varen moeten nu belangrijke onderdelen vervangen worden. Zo vervangen we ook touwwerk dat rafelig wordt, een wc die steeds maar blijft lekken en de mast zal er in het voorjaar af moeten. Ach, het houdt je van de straat.

Frits haalt toch maar vast het profiel er af waar de voorstag van de fok doorheen loopt. Ik hijs hem omhoog, hij haalt de stag boven los en ik begeleid beneden de trommel  om beschadigingen op het dek te voorkomen. Wouter en Paula komen helpen om op de kade het profiel te demonteren in onderdelen. We trekken de staalkabel er uit . Hij zal vervangen moeten worden. Net op het moment dat we er mee bezig zijn rijdt een auto voorbij van een bedrijf dat daar in gespecialiseerd is. Frits springt zwaaiend op de weg, de man ziet het, rijdt achteruit, bekijkt het probleem en maakt een afspraak.  Dat heet: “De koe bij de horens vatten.”








                                                                                                                                                    























vrijdag, oktober 04, 2019

Verhaal 6 Marokko


Het is de derde keer lange dat Frits en ik de haven van Tanger aanlopen. In 1982 legden we ’s nachts aan met onze 8 meter lange Wharram catamaran aan de kademuur van Tanger. Na een paar uur geslapen te hebben werden we gewekt door luid gezang uit de moskee. We wilden eerst de formaliteiten regelen bij de douane alvorens te ontbijten. Helaas werden we direct uren vast gezet omdat we geen visum hadden. Met geweren op ons gericht moesten we onmiddellijk het land verlaten.
De tweede poging om Tanger aan te lopen verliep al beter. We waren welkom maar de nieuwe jachthaven was op 2 maanden na nog niet klaar en nog niet geopend door de Koning. We konden wel tegen een te duur tarief langszij een smerige kademuur liggen in de visserijhaven tussen een berg plastic zakken, het afval en de ingewanden van vissen. Te smerig maar wel boeiend. En dan nu de derde keer liggen we in een super schone en goed onderhouden marina aan een flink goedkoper tarief dan aan de vieze kademuur. Niks lijkt Tanger te veel om een goede indruk te maken: om de paar meter design prullenbakken, design lantaarnpalen in 3 soorten, fonteintjes voor de haven langs die af en toe omhoog spuiten, groene grasveldjes die gesproeid worden, grasrandjes die met pikhouweeltjes kaarsrecht worden afgestoken door mannen die dat op de hurken moeten doen, mannen die de hele dag met veger en blik de brede boulevard aanvegen…Als het lukt om het zebrapad over te steken in het hele drukke snelle verkeer dan zien we het echte Tanger.( Niet wachten bij een zebrapad, maar gewoon oversteken anders stoppen ze niet. )
De eerste dagen in Tanger doet Frits een aantal reparatieklussen. Een houten blokje waar  een scepter van de reling op vast zit is afgebroken. Het blokje moet er af, opnieuw geschuurd, in de epoxy, weer geschuurd, geverfd en gekit. Daar is hij wel even zoet mee. Ik ben zoet met de was op het voordek. Er is geen wasmachine in de haven. In een wasserette moet je per stuk wasgoed betalen. Dat spaar ik liever uit om uit eten te gaan. De tajines zijn overheerlijk en heel goedkoop.


We willen het logwieltje in de romp er uit halen om het schoon te maken. Er ontstaat dan een gat in de boot waardoor het zeewater naar binnen stroomt maar als er snel genoeg een dop op gezet wordt is er niet veel aan de hand. We hadden echter een dop die niet paste: het water stroomde de boot in en in een mum van tijd stond de romp blank. Gelukkig toch de juiste dop gevonden en na enig dweilwerk hadden we weer droge voeten.

Van dweilen en schrobben weten ze hier in de haven alles van. Iedere schoonmaker heeft zijn eigen taak en outfit. Elke dag worden de mooie steigers helemaal geschrobd en ontdaan van meeuwenpoep door de mannen met een groen-geel pak en spierwitte laarzen. Eventueel afval in het water wordt met een visnet opgevist door mannen met een blauw – oranje pak aan. Het water is groenig en super helder en lekker fris. Er zit heel veel vis bij de steigers. Ondanks dat je niet mag zwemmen in de haven laat ik me toch af en toe langs het zwemtrapje stiekem in het water glijden, als de schoonmaakmannetjes verdwenen zijn. Vrouwen mogen niet op het strand alhoewel ik ze soms wel zag, zittend in het zand met hun lange gewaden aan. Zwemmen mogen ze al helemaal niet. Roken op straat is voor hen verboden,  maar auto rijden mogen ze wel ( vaak in dure auto’s). De vrouwen die de straten en de zebrapaden schrobben zijn van top tot teen in het wit. De haven is super beveiligd. We hebben alleen toegang met een pasje en bij elke poort van een steiger staat een bewaker met een geel hesje en bij onze poort ook nog vaak 2 agenten omdat we tegen de stad aan liggen. De wandelboulevard wordt de hele dag tot ’s avonds laat in de gaten gehouden door beveiligers. ’s Avonds flaneren er heel veel stelletjes en gezinnen of groepjes jeugd over de hele brede boulevard met glanzend gedweilde grote tegels, maar niets blijft onopgemerkt door de beveiligers, behalve dan dat Frits en ik over verboden grasveld van de wandelboulevard naar de haven zijn overgestoken terwijl er toch duidelijk een bordje stond: “Pelouze interdit .” Foei.



In de stad en op weg naar het oude stadsgedeelte is het duidelijk anders: daar kan vies, kapot, schoon en super schoon rustig naast elkaar . Vrouwen die net bij Zara gekocht hebben in een luxe winkelcomplex lopen daarna de straat op langs kuilen en gescheurde vuilniszakken. Het stoort hen zo te zien niet. Ook alle soorten klederdracht kan ongestoord naast elkaar en met elkaar zowel bij mannen als bij vrouwen. We zien  meer stellen die hand in hand lopen dan een paar jaar geleden; we zien meer meisjes in vlotte westerse kleding, zelfs in ( korte) jurkjes, we zien meisjes nog in de traditionele kleding met of zonder hoofddoek. Maar de groepen jongens en meisjes mengen nog niet echt op straat. Meisjes kunnen heerlijk giebelen, zoeken wel contact maar zijn dan  ook wel weer  verlegen als ik reageer.
Op de steiger hebben we aanspraak met een Frans echtpaar dat al een jaar op de boot in Tanger woont. José werkt voor de Renault fabriek in Frankrijk, maar is tijdelijk in Tanger gedetacheerd. Het is zijn laatste werkweek hier. Op de dag dat wij uit Tanger wegvaren keert hij met zijn vrouw Nathalie naar Frankrijk terug. De boot blijft in de haven wachtend op verdere reizen die ze nog willen maken. Het is een erg leuk contact omdat hij ons wegwijs kan maken , ons met zijn dienstauto meeneemt om boodschappen te doen en het leukste van allemaal: ons meeneemt in de auto tot 100 km het binnenland in. Hun  dochter  Florence is een week op bezoek en José stelt voor om samen “op reis” te gaan. Makkelijker kan het niet om naar de twee stadjes te gaan die ik op mijn verlanglijstje heb. De verste plaats is Chefchaouen. Het kost ons twee en een half uur om er te komen omdat de goede vierbaansweg  al snel over gaat in een bochtige tweebaansweg waarbij inhalen link is. Als je iemand aanrijdt ga je per direct de gevangenis in, vertelt José. Het landschap is prachtig. Eerst nog vlak en zongedroogd geel. Later bergachtig met hoge pieken van het Rifgebergte.




Elke stad heeft een oude ommuurde stadskern die Medina genoemd wordt. Daar speelt zich het leven nog af zoals 1000 jaar geleden lijkt het. Een wirwar van kleine straatjes, een wirwar van kleurrijke mensen met hun koopwaar. Chefchaouen wordt de “Blauwe Parel” genoemd. Alles is er blauw geverfd: muren, deuren en soms ook de straten. En toch is het in balans en betoverend mooi.











Op de terugweg stoppen we in een kleinere plaats Tetouan en zoeken daar eveneens de Medina op. Deze lijkt niet op de vorige wat kleuren betreft: het is nog meer puur oud met aardse kleuren. Het doolhof is nog erger en de donkere steegjes intenser. We verdwalen en moeten in een steegje de weg vragen. De mevrouw praat goed Frans en vraagt welke van de zeven uitgangen we zoeken. Ze raffelt alle Arabische namen af maar we hebben geen idee. Haar zoontje van 10 moet ons naar een uitweg brengen. Daarna vinden we dankzij Florence, de dochter , de auto terug. We drinken nog iets op een terras. Het is geen probleem dat vrouwen buiten zitten, maar binnen zijn ze niet toegestaan. Florence, Nathalie en ik willen het toilet bezoeken. Dat kan eigenlijk al helemaal niet maar omdat ik een goed contact heb in het Spaans met de ober smokkelt hij ons naar boven naar het enige toilet, de verontwaardigde blikken van de voetbalkijkende mannen negerend. Het is een Frans toilet; dat moet dan maar. Als ik uit het toilet kom zijn moeder en dochter verdwenen.






Na een paar dagen migraine ben ik weer op oorlogssterkte. We gaan op “schoolreisje: met de trein naar het stadje Assilah aan zee aan de Westkust. Het station is super modern met marmeren vloeren. De roltrappen worden gepoetst. De trein heeft treincoupés met vaste zitplaatsen. Het landschap verandert van goudgeel in modderige ziltige vlaktes. Het doet ons aan het wad denken. De taxi brengt ons naar het centrum. Er is een haventje met kleine blauwe vissersbootjes. Omdat er gebaggerd wordt liggen een heleboel bootjes op een hoop op de kant. Het stadje is klein maar gezellig. Ook hier een Medina vol met leuke straatjes, kleurige tapijten, schoenen, tassen, mensen en heerlijke tajines. Elk jaar is er een schildersfestival waarbij muren beschilderd worden. 










Tussendoor doet Frits nog een grote klus. De kit van het dak boven de kuip is af en moet vervangen worden. De rail moet los, er moeten nieuwe schroeven in, het moet opnieuw gekit worden en nog een tweede keer omdat zon en wind de kit te snel doen drogen. De rail zit er nu weer strak in.\

Pas de laatste dagen komen we toe aan de Medina van Tanger. We zijn er 3 zomers geleden ook geweest en herkennen het nog goed. Ook al lijken Medina’s veel op elkaar, vervelen doen ze nooit. Liefst ga ik ergens zitten en laat ik al die beelden op me inwerken.

Op weg naar de Medina

De ingang van de Medina

De winkeliers stallen hun koopwaar uit. \Met een stok worden de tassen hoog opgehangen.

De bakker verkoopt een ronde gesuikerde koek.


Cactusvruchten. De stekels zijn er af en ze worden geschild.



Een heerlijk visje. O nee, het is een crepe met banaan en caramel.





Liefdeslied voor Medina

Medina, Medina, ik houd van jou.
Ik houd van jouw manden met noten en olijven,
Jouw kruidige geuren:
Komijn voor tajine met lamsvlees en pruimen,
Gember voor tajine met kip en citroen.
Sesam voor heerlijke koekjes met anijs,
Munt voor zoete thee met honing.

Medina Medina, ik houd van jou.
Van jouw kleine straatjes met wit en blauw,
Van jouw smalle steegjes soms donker en grauw,
Van jouw feest aan vrolijke kleuren
In tapijten, tassen, schalen, schoenen…

Medina, Medina, ik houd van jou.
Van de mensen in vele soorten en maten,
Als bezige bijen in een bijenkorf
Vredig naast elkaar.
Ogen te kort.

Medina, Medina, ik ben verliefd op jou.