Verhaal 9 September deel 2: Zanzibar
Na onze prachtige Safari bereikt ons het droevige nieuws dat Frits zijn zus Adrie is overleden na één jaar ziek geweest te zijn. Op hetzelfde moment horen we dat Sander geboekt heeft om een week naar Tanzania te komen om ons, Lonneke, Stijn en de kinderen na twee jaar weer te zien. Op de dag van de rouwdienst gooit Frits witte magnolia’s in de Indische Oceaan ter nagedachtenis aan zijn zus. Met ons vieren kunnen we de rouwdienst een dag later volgen op de laptop omdat Adrie’s partner Harry ons het bestand heeft gemaild. Op die manier beleven we toch het verlies en het verdriet samen en vinden we troost bij elkaar.
Toen wij nog op safari waren heeft Lonneke een korte vakantie geregeld aan de zuidoostkust van het grote eiland Zanzibar voor de kust van Tanzania. De volgeladen Catamaran veerboot stuift in anderhalf uur naar Zanzibar. De gangpaden liggen vol bagage en slapende mensen. Bij aankomst worden containers gelost van een groot schip. Dan is het nog anderhalf uur rijden door kleine dorpen met fruitstalletjes aan de kant van de weg voordat we bij de besproken Lodges aankomen. Wij rijden met z’n allen in een georganiseerd busje. De plaatselijke mensen gebruiken de motor of de dala dala als vervoersmiddel, een soort huifkaridee met alle bagage op het dak vast gebonden.De lodges staan in het zand en het is maar 20 meter lopen naar het strand. De kokosnootpalmen, de hangmatten, het witte verblindende strand, het blauwe warme zeewater doen heel tropisch en idyllisch aan. Een echt Bounty-eiland. Het is overdag bloedheet, de zuidoost passaat is dan meer dan welkom. Zodra de zon weg is en de harde wind blijft doorwaaien voelt het fris. Prachtig is de heldere volle maan en de planeten en de vele sterren die schitteren in de nacht.
Het verschil met de weg er naar toe en de huizen bij de toegangsweg tot het paradijsje kan niet groter. Dat veroorzaakt ook wel een bepaalde gêne.
Het is vooral voor Lonneke en Stijn en de kinderen de optimale vakantie na de moeilijke opstartmaanden in Tanzania. Zee, zon, strand, zwemmen, wandelen, relaxen, lekker eten…
De kinderen kunnen de hele dag zich vermaken met zand en water. Wat willen we nog meer. Het zijn gelukkig waterratten.
De uitleggerkano's en duikers met harpoenen komen het strand op . Vis wordt vaak ter plekke verkocht. De duikers hebben het op enorme octopussen voorzien. Op het strand worden ze gewogen en waarschijnlijk naar restaurants gebracht.
Op het strand zijn activiteiten voor de weinige toeristen. Frits en Stijn gaan een uurtje meezeilen met een uitleggerkano, gemaakt van een uitgeholde mangoboom met twee drijvers en een latijnzeil.
Een half uurtje leren om gevoel bij een kite vlieger te krijgen zit er ook nog in. Ook ik mag het even proberen met hulp van de jongen die mijn handen stuurt. Dat valt nog niet mee om de kite in de lucht te houden. De langslopende koeien kijken een beetje meewarig maar gaan er niet van door.
Lonneke en Stijn gaan een dag samen naar de hoofdstad van Zanzibar, Stone Town. De stad heeft haar naam te danken aan het feit dat hier de meeste gebouwen staan die van steen zijn gebouwd, een uitzondering in Afrika ten tijde van de bouw van de stad.. Vaak werd voor de stenen ook zeezand gebruikt. Her en der zijn nog fossielen in de muren te vinden.
Frits en ik gaan de volgende dag samen naar Stone Town terwijl de anderen de veerboot naar Dar es Salaam nemen. Wij blijven twee dagen in Stone Town en hebben een gids geregeld die ons uren door de stad zal leiden en ons vele verhalen zal vertellen. Ogen te kort, oren te klein.
Zanzibar is een smeltkroes van volkeren. Het overgrote deel van de bevolking is moslim. Door de eeuwen heen is het eiland met van oorsprong Afrikaanse bevolking overheerst door Arabieren
( eerste moskee van 1107 nog steeds in gebruik), Portugezen ( ontdekkingsreiziger Vasco Da Gama en verdreven door de sultan van Oman in 1652 ), door Duitsers en Engelsen. Op de plek waar de Arabieren de Portugese kathedraal met de grond gelijk hebben gemaakt ( 1700) staat nu nog een fort, te bezichtigen voor toeristen. Het is niet veel meer dan een met dikke muren ommuurd grasveld met op elke hoek een stevige toren. Op het grasveld toeristenkraampjes waar vrouwen vaak tevergeefs toeristen lokken. Het is leuker om in al die kleine straatjes rond te neuzen. Eerder werd het fort gebruikt als gevangenis en als opslagmagazijnen voor de in aanbouw zijnde Bububu spoorlijn. Buiten het fort is nog een overblijfsel van een openlucht theater te zien.
Onder de heerschappij van de sultan van Oman bloeide de slavenhandel op. Slaven werden op de slavenmarkt bij opbod verkocht. Officieel werd de slavenhandel afgeschaft in 1873 na de ondertekening van de toenmalige sultan en de Britten. Echter in het geheim ging de slavenhandel ondergronds door in grotten waarvan we een paar bezichtigd hebben. Afschuwelijk om te beseffen dat in een hele kleine ruimte 50 mannen op elkaar gepakt zaten zonder voorzieningen of frisse lucht en in een andere grot 70 vrouwen en kinderen onder dezelfde erbarmelijke omstandigheden geketend en wachtend op hun lot. Bij de kathedraal staat ter nagedachtenis het slavenmonument.
In 1962 werd Tanzania, toen nog Tanganyika geheten, een onafhankelijke republiek met Julius Nyerere als president. In 1964 schaarde Zanzibar zich bij de republiek en veranderde de naam Tanganyika in Tanzania. Zanzibar is wel een onafhankelijk eiland met als grootste inkomstenbron kruidnagel en kokosnoten. Zanzibar ruikt naar kruidnagel vanwege de vele kruidnagelplantages.
De invloed van de Arabieren is nog te merken aan de vele mooie deuren waar Zanzibar om bekend staat. Een deur met rechte bovenkant stamt van de Arabieren, een deur met gebogen bovenkant van de Indiërs. Als een huis wordt gebouwd, begint men met de deur en dan volgt de rest.
We bezoeken de muziekschool en de jongen speelt voor ons op zijn instrument waarvan ik de naam niet weet, maar het is Egyptische muziek vertelt hij.
Een dakterras van een restaurant biedt ons een prachtig uitzicht vindt de gids. Daar zijn de meningen over verdeeld.
Dan liever het dakterras bij de muziekschool.
Natuurlijk mag de markt niet ontbreken vindt ook de gids. Groenten, fruit, vlees, specerijen, brood… in overvloed. Ik maak af en toe dankbaar gebruik van mijn mondkapje. Het houdt niet alleen coronavirussen tegen maar ook kwalijke geuren.
In de kleine straatjes is zo veel te zien: vele schildersateliers waar we een kijkje mogen nemen terwijl de kunstenaar aan het werk is ( laat ik me geen twee keer zeggen) , horlogemakers op de hoek van de straat, lampenkapwevers met sisaltouw of riet, naaiers achter de naaimachine, houtsnijwinkeltjes met maskers en andere snuisterijen zoals zoutvaatjes gemaakt van runderbot ( bij de douane op Schiphol werd getwijfeld of het niet van ivoor gemaakt is. Dan was het strafbaar. Na lang wachten vertelt de expert van Schiphol dat het gemaakt is van runderbot en fffjiew, het mag weer in de koffer mee naar huis. Naar mij wou de douanebeambte niet luisteren. Ik had bijna gezegd op de manier zoals Merijn en Julius dat zo mooi mógen zeggen: “Ik zéi het toch!!!” )
Nog wat impressies van het straatbeeld en de kust sluiten het hoofdstuk Zanzibar af. Tijd om naar Dar es Salaam te gaan waar Sander inmiddels is aangekomen.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage