Verhaal 6 Juni 2021 Te land en ter zee.
Op 1 juni varen we rustig onder een grijs verbrokkelde wolkenlucht, als gebroken Bastognekoeken in een koektrommel, van Culatra naar het Spaanse Ayamonte aan het begin van de Rio Guadiana. Het gele zonlicht kiert door de naden, net zo betoverend mooi als een rode zonsondergang kan zijn.
We kunnen zeilen met drie tot vijf knoop. De golfjes van 2 decimeter bouwen op tot een halve meter. Voor het stadje Ayamonte liggen we dwars op de golven te schommelen voor anker. We zoeken een meer beschutte plek bij de ingang van de rivier voor strand- en duinengebied en zien een “oude bekende catamaran” drooggevallen op het strand. Het is de Deense “Manitou “ van Klaus en Anna. Vier jaar geleden zagen we elkaar voor het laatst bij Laranjeiras, een Portugees dorp verderop de rivier. Een heel fijn weerzien.
We leggen Salon in de haven van Ayamonte voor een week omdat we met een huurauto mijn ouders in Almuñecar willen bezoeken. Het is een jaar geleden dat we hen zagen i.v.m. strenge lockdown. Nog steeds moeten in Spanje altijd en overal de mondkapjes op. Dat is bij 40 graden in de zon geen pretje meer. Naarmate de temperatuur stijgt , steken er meer en meer neuzen boven het mondkapje uit.
We genieten van de reis door het binnenland van Spanje: Huelva, Sevilla, Malaga, Almuñecar. We rijden de hele reis over de snelweg met bloeiende roze en witte oleanders, soms als een erehaag aan beide zijden van de weg. De velden zijn regelmatig geel . Ik dacht aan koolzaad maar het zijn zonnebloemen. Hier zou Vincent van Gogh zich uitgeleefd kunnen hebben. Dichter naar Malaga wordt het landschap ruiger en bergachtiger.
We vermaken ons goed in Almuñecar. Er is toevallig een concert met een optreden van drie hele grote groepen trompettisten en trommelaars met enorme trommels. Het is niet perse ons soort muziek maar toch indrukwekkend soms. De muziek doet denken aan oude Westerns of Spaanse stierengevechten; de opmars met de trommels en langzame pas heeft veel weg van een processie. Het speelt zich af in open lucht op een zwoele avond in het park waar ook de ruïnes zijn van oude zoutopslagen voor vis uit de Romeinse tijd, ruim tweeduizend jaar geleden. De vis werd gezouten en opgeslagen, afgedekt met hout. Allerlei soorten vis werd gezouten maar de voorkeur ging uit naar steur en tonijn omdat dat sappige vissen zijn. De saus , gemaakt van de ingewanden en de visafval werd als een delicatesse beschouwd. Het is maar wat je lekker vindt. Uiteraard staan de stoelen ver uit elkaar opgesteld en is een mondkapje verplicht. Bij het binnenkomen wordt iedereen met een koortspistool gecheckt. Het gaat er heel ontspannen aan toe. Het is een avondvullend programma waarbij in- en uitlopen toegestaan is, bvb. om een hapje te gaan eten. We zien dat de bars in de buurt vol zitten met muzikanten die pauze hebben en wel een biertje lusten. Op het eind wordt dan ook niet meer zo zuiver op de trompetten geblazen.
Boven het park is het kasteel San Miguel uit de 14de eeuw, te bereiken via een steile weg omhoog, te voet natuurlijk. Het fort is niet groot maar biedt wel mooie vergezichten.
Na een ontbijt op het strand beklimmen we de trappen van de rots van San Christobal. Bovenop de rots staat een gigantisch kruis, een uitrustplek voor de meeuwen. Je moet er even voor klimmen maar dan heb je ook wat. Uitzicht over de baaien met kiezelstranden naar oost en west, uitzicht op het glasheldere water bij de rotsen die een eind doorlopen in zee. Ik kom hier al van kind-af-aan en blijf er door geïmponeerd. Waarom de hekken vol slotjes hangen weet ik niet, maar het zal wel geluk brengen. We snuiven de heerlijke geur van de dennen, een prettige combinatie met zoute zeelucht.
Deze fijne dagen bij mijn ouders hebben we afgesloten met een “tapas-avond” bij mijn broer , zijn vrouw en schoonmoeder. Wat had ze overheerlijk gekookt. We lieten het ons ook dan bijzonder goed smaken.
Op de terugreis naar Ayamonte stoppen we een paar keer om mooie bergen te aanschouwen of om een stadje te bezoeken.
Een paar jaar geleden stopten we in het stadje Osuna. Het was toen boven de 40 graden, te heet om ook maar een stap in de straatjes te zetten. De Spanjaarden zelf lieten zich niet zien en zaten waarschijnlijk dicht op de airco geplakt. We vonden amper een bar die zijn deuren open had voor een koel glas water. We zijn er toen snel weggevlucht om de airco van de auto op volle toeren te laten draaien. Aangezien het nu slechts 33 graden is, willen we het nog eens proberen. Het is een prachtig stadje met veel historie en historische gebouwen. We zouden er een week moeten verblijven om alles te zien en dan nog. We kiezen de hoogstgelegen gebouwen om te genieten van het uitzicht over de stad.
Aanzicht op de oude universiteit, de College Church en de Toren van Merced .
De oude universiteit gebouwd in 1548 was helaas gesloten.
College Church met museum voor Heilige Kunst uit de 16de eeuw. Rondom een prachtig uitzicht over de stad en de heuvels.
Klooster met binnenpatio en uitzicht op de toren van de College Church.
Torre de Merced uit de 18de eeuw
Het wordt te warm om nog veel te lopen en we rijden tot vlak voor Sevilla naar de plaats Alcalá de Guadaira aan een rivier. We wandelen er nog wat rond en genieten er van lekkere tapas onder de broodnodige parasol.
Op een pleintje observeren we twee stratenmakers met strooien hoed op voor de zon. In het huis ernaast verschijnt een hondje op het balkon en even later zijn bazin. Niet te geloven: ze houdt een doek voor haar mond bij wijze van mondkapje. Het geeft aan hoe bang of hoe trouw ze in Spanje zijn.
De reis naar Ayamonte terug langs de zonnebloemvelden is prachtig. Toch eens wat anders dan water. “Guus kom naar huus want het hooi moet van het land.”
We komen veilig terug in de haven van Ayamonte en blijven er nog een dag voor boodschappen, de was en genieten van het stadje.
We ankeren nog een dag voor het strand bij Klaus en Anna alvorens naar Culatra terug te varen. We hebben na vier jaar heel wat belevenissen en plannen te delen bij elkaar op de boot en bij een etentje in Vila Real de San Antonio aan de Portugese oever. Wat een mooie plek, “like paradise”. Uitzicht op de Rio Guadiana, terras en tuin met zwembad dat lijkt over te lopen in de Rio, speciale inrichting met het plafond vol behangen met grote rotan lampenkappen, de bediening helemaal in het wit gekleed… Het riep herinneringen bij ons op aan onze reis met Sander in Zuid Afrika vorig jaar.
Bij het krieken van de dag , nog voordat de zon wakker is haalt Frits het anker op bij Ayamonte. We willen de nog gunstige wind meepakken om naar Culatra te varen. Het pakt anders uit dan voorspeld, we hebben de wind tegen maar kunnen eindelijk aan de wind weer eens écht zeilen tot een snelheid van 8 knoop. We hebben wel een jas aangetrokken, de wind uit het noordwesten is fris . We zijn getuigen van een mooie zonsopgang, van grote donkere scholen vis op zee waar de dolfijnen op af komen. Om ons te plezieren zwemmen er een aantal mee tussen de boegen. Het is een grotere soort dan we normaal gesproken zien. Ik sta op de voorbuis te filmen, fantastisch als altijd.
Opeens houdt de motor in die we aangezet hadden omdat de wind begon weg te vallen. We zien lange bundels dik touw achter de boot slepen. Snel de motor uitgezet en met de pikhaak kan Frits de touwen los krijgen. Ze horen bij een vissersvlaggetje en zijn los geraakt. Om dat we niet weten of er nog resten touw in de schroef zitten gebruiken we de andere motor. Voor anker bij Culatra duik ik met duikbril naar de schroef en zie inderdaad nog resten dik nylontouw tussen de zinkanode en de saildrive. Het zit goed vast maar als ik de schroef heen en weer draai kan ik het touw lospeuteren. Geluk gehad.
We vieren Merijn zijn vijfde verjaardag met een wandeling over het strand van Culatra. Er spoelt heel veel gras aan waar de zandvlooien welig in tieren. Merijn heeft voor zijn verjaardag een “lollytaart” bedacht. Er is een Franse bakker in Dar es Salaam die prachtige taarten bakt. Lonneke prikt er nog wat lolly's bij en Merijn is dik tevreden.
En weer klopt de windvoorspelling niet: aan de wind zuidwest en golven tegen maar we kunnen zeilen totdat het laatste stuk de wind wegvalt. We blijven met een snelheid van 3 knoop dobberen om rustig te lunchen onder een grijs wolkendek. We voelen ons een beetje als op de Noordzee.
Bij Ferragudo mag helaas niet meer geankerd worden. Iedereen ankert nu in de baai direct bij de ingang van Portimȃo. Er passeren veel grote en kleine vissersschepen die soms een aardige golfslag veroorzaken. Laatst gingen we zelfs in de bijboot van deze golven af surfen en even leek het er op dat we om zouden slaan. Dat zou vooral jammer geweest zijn voor mijn mobieltje in mijn rugtas.
We ontmoeten Diederik en Nicole die hier nu ook ankeren en we smeden plannen om er voorafgaand aan onze terugvlucht naar Nederland ( zij naar België ) twee dagen samen op uit te trekken in de omgeving van Faro.
Langs de mooie rotskust varen we naar de eindbestemming Alvôr.
We vallen eerst nog droog op de weidse zandplaat bij de ingang. Frits wil de afsluiter van de vuilwatertank vervangen. Na 30 jaar Salon zit hij muurvast en moet hij met kracht losgedraaid worden met een hele grote tang. De buis breekt af en er zit een gat in de boot. Frits heeft nog een paar uur de tijd om iets te bedenken voordat het water weer opkomt en de romp volstroomt. De nieuwe kraan past gelukkig rechtstreeks op het schroefdraad van de huiddoorvoer. Voorlopig zijn we gered. Later maakt Frits alles weer in orde met nieuwe slang, slangklemmen, koppelingen... het werkt weer.
Een gat in de boot! |
De volle maan schijnt haar baan over het water precies naar onze zwemtrap. Aan deze lokroep kan ik niet weerstaan en om 23u30 , als het water rimpelloos is en alle boten in diepe rust zijn zwem ik tot de maan.
De blauw met groene boot is van Vitor en Gilda. Zij nemen gasten mee en varen naar de mooie rotsen en grotten. Daar gaan de gasten onder begeleiding de grotten in met kajaks of ze suppen en zwemmen.
Het is afgelopen met de zeemeermin uithangen; we gaan weer naar Nederland Fietsland maar eerst nog een reisje met Diederik en Nicole.
Er is een kerk , binnenin heel oud maar opgesierd met een expositie van moderne kunst, heel subtiel gedaan. De oude kloosterpatio is prachtig
Bovenop een heuvel staat een bijzondere koepelvormige kerk te bereiken via een steil keienpad. Het is nog onder de 30 graden, dus we wagen het er op. Er is net een kerkdienst bezig en we gaan er niet naar binnen. Deze kerk is heel modern maar et aangrenzend kleine kerkje juist weer heel oud met mooie schilderingen op het houten gebogen plafond.
We bezoeken het kasteel in het oude historische centrum en bezoeken het archeologisch museum met opgravingen, m.n. van de meest mooie potten en vazen vanaf de Romeinse Tijd tot de 13de eeuw. Daar zou ik wel een paar van willen. De toren biedt een mooi uitzicht over de stad.
In de kloostertuin aan de voet van een gigantische hoge dennenboom , in bijna serene rust , genieten we van een lunch en koffie na.
Er is nog tijd om een stukje de bergen in te rijden naar het dorpje Salir waar we de ruïne van een kasteel willen opzoeken maar van de ruïne is bar weinig overgebleven. Het is er wel leuk rondwandelen met het zicht op de hoge heuvels, of moet je dit al bergen noemen?
Waar coronatijd al niet goed voor is: de bomen hebben kleren aan.
De tweede dag is het alweer stralend blauw en warm, gelukkig wel met wat aangename wind. We blijven in de omgeving van Faro omdat we er twee nachten geboekt hebben in het hotel vlakbij de luchthaven.
We bezoeken eerst de plaats Estoi om de tuinen van het paleis te bezichtigen. Helaas is het op zondag gesloten en moeten we tevreden zijn met de buitenkant. Het stadje zelf is heerlijk om doorheen te wandelen. Er zijn zo veel kleine straatjes, zoveel leuke details…
Onderweg naar het dorpje Alte vinden we een leuk pleintje voor de lunch onder de witte bougainville die klatert als een waterval. De échte waterval kunnen we echter niet vinden. We komen uit bij een kanaal met cool helder water tussen stenen muren waar de hele omgeving op zondagmiddag komt picknicken en zwemmen en plonzen.
We sluiten ons reisje van twee hele geslaagde dagen af met een pizza met krokante bodem in Faro.
We zeggen de ooievaars en de bougainville gedag en bereiden ons voor op een wat langer verblijf in Nederland.
Op 29 juni krijgen we de tweede vaccinatie zonder noemenswaardige bijwerking deze keer. Het valt ons op hoe groen maar ook hoe grijs het hier in Nederland is. We zullen er aan moeten wennen. Op het moment van publiceren is het , om ons tegemoet te komen, blauw en zonnig. Dat went wel heel snel !
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage