Verhaal 9 September 21 deel 1 : " Op Safari en koffietour."
De maand september begint voor ons met een prachtige safari ( Swahili voor “op reis” ) bij de onderneming Safari Sunset Adventures. Vanuit Dar es Salaam vliegen we met een klein vliegtuig naar de stad Arusha, het binnenland in op een hoogte van 1400 meter aan de voet van de Meruberg. Op deze hoogte is het duidelijk een stuk kouder en vaker bewolkt dan in Dar es Salaam aan zee . Maar goed dat Stijn gewaarschuwd had lange broek en dikke trui mee te nemen voor ’s morgens vroeg en ’s avonds zodra de zon iets na 18u verdwenen is.
De koffers worden met een kar van het vliegtuig naar de buiten wachtende mensen gereden en in het stoffige zand neergezet. Ieder pakt zijn koffer en loopt door het hek waar wachtende taxichauffeurs met naambordjes hun klanten opwachten.
Onze Tanzaniaanse gids Omary, een hele fijne man met veel kennis, humor en geduld om dieren te spotten, haalt ons op bij het hotel en blijft 5 dagen met ons rondrijden in een grote Landrover met hefdak.
Zodra het
hefdak open gaat kunnen we, ons stevig vasthoudend , staand in de auto hotsen
en botsen over de stenige zandwegen vol kuilen en greppels heel dicht betrokken bij de natuur en de grote
aantallen dieren . Doordat Omary alle tijd neemt en door een beetje geluk,
treffen we het dat we oog in oog staan met een hele grote giraf in het
Taranguire National Park (ik heb trouwens nooit geweten dat giraffen liggend
slapen maar daarbij hun nek kaarsrecht omhoog houden); met een hele grote groep
baboons in het Manyara National Park vóór ons op de weg waarvan een viertal
op de warme motorkap komen rollebollen en bijna de ruitenwissers afbreken; eveneens
in het Manyara National Park met een vader olifant die uit de bosjes komt
stuiven, gevolgd door de rest van de kudde met baby en een olifant die dreigend
wild met zijn oren flappert en duidelijk misnoegd is dat wij daar op zijn pad
staan. Omary maant ons aan niet te bewegen en niets te zeggen. De olifant
druipt af , steekt de weg over en volgt de rest; met drie grote
mannetjesleeuwen die lui in de zon liggen te bakken. Als het hen te heet onder
de voeten wordt verruilen ze het schroeiende Serengeti gras voor een koele
schaduwplek onder een prachtige Umbrella Acaciaboom. Om de beurt lopen ze vlak
voor onze auto langs en ik moet een neiging om dat mooie vel en die bos wilde
manen te aaien onderdrukken.
We hebben zo veel dieren gezien die vrij “gangbaar” zijn zoals giraffen, olifanten, zebra’s, buffels, wildebeesten, baboons, gazelles, hartenbeest, springbok, nijlpaarden … maar daarbij hebben we ook bijzondere taferelen meegemaakt waarvan zelfs Omary zei dat het bijzonder was: een cheeta sluipt als een grote kat door het lage gras op zoek naar een prooi; vader en moeder leeuw hangen met hun welp in een boom. De moeder probeert vanaf haar dikke tak een gazelle te verschalken; zo doet ook een grote arend op het topje van een acaciaboom. De andere arend wacht geduldig op zijn deel; Dikdik, een schichtige mini antilope; een secretarisvogel die met stevige stappen rond paradeert; hyena’s die spelen met de Honey Budger. Deze laatste speelt onder één hoedje met de Honey Bird: de vogel zorgt met zijn uitwerpselen op een bijennest dat de bijen in coma raken. Vervolgens eet de vogel de bijen op en de ander profiteert er van en eet de honing. In het nauw gedreven kan de Honey Budger zo agressief zijn dat zelfs de olifant er bang voor is.
Het Taranguire National Park is droog en wordt gekenmerkt door de
vele enorme majestueuze Baobabbomen. Elke boom is uniek. Ze staan vaak tussen de Acaciabomen maar alleenstaand komen ze het best tot hun recht. Er zijn 64 soorten Acaciabomen. De Umbrella Acacia ( parapluvormig), de gele Acacia herkenbaar aan zijn gele takken en kale gele schors, de Whisper Acacia ( hij fluistert door de kleine zaaddoosjes wiegend in de wind)… zijn de namen die ik onthouden heb. Van de Acacia wordt de Acaciahoning gemaakt. Aan de kant van de weg zitten meisjes flessen honing te verkopen. De Taranguire rivier is een drinkplek voor vele honderden zebra’s, gnoes, buffels, gazelles… De rivier vormt zich uit regenwater en grondwater dat naar boven komt.
We eindigen
de dag steeds tegen zonsondergang bij een lodge waar we ontvangen worden met
een welkomstdrankje en een feestelijk maal. We vertrekken tussen half 7 en 8u
’s morgens naar een volgende bestemming.
Van Taranguire rijden we naar het Manyara Lake National Park.
Een groot meer omgeven door groene wildernis, zo anders dan de droge gele vlaktes van gisteren, biedt aan heel veel dieren huisvesting. Hier kunnen bomen en planten woekeren en goed gedijen door het ondergrondse water. Hier kruisen vooral olifanten, baboons, giraffen en wildebeesten ons pad. Het water van het meer kruipt op en bereikt af en toe bijna het pad. Het water in het meer wordt zouter ten kostte van de bomen die nu met de voeten in het water staan en dood gaan. In het park lunchen we met meegenomen lunchpakketten bij een hete waterbron.
Op dag drie
vertrekken we naar het Ngorongóro National Park door dor geel landschap. Er
groeit helemaal niets op een enkele boom of struik na. In dit gebied hebben de
Masaai toestemming om er met hun vee rond te trekken tot een bepaald punt in
het park. Het vee eet dor gras en de dorre bladeren van de maïskolven. De Masaai zelf zeggen geen fruit en groenten te
eten. Ze leven van vlees, melk en bloed van hun runderen. Van planten maken ze
medicijnen en de kennis wordt overgeleverd van generatie op generatie. Het
eerste stuk is mistig als we over de rand van de Ngorongorokrater rijden op
ongeveer 2000 meter hoogte. Vroeger lag de klemtoon op Ngoróngoro, naar het geluid dat de koeienbellen maakten. Met een
beetje zon ziet het er een stuk mooier uit. Het droge landschap gaat plots over
in dicht groen oerwoud. We hebben uitzicht over een meer bij de kraterrand en
op een meer in de krater zelf. Ook op deze dag weer heel veel dieren gezien
broederlijk bij elkaar. Nieuw was de plas met de nijlpaarden waar we niet te
dicht bij de rand mochten komen omdat nijlpaarden gevaarlijk snel uit het water
kunnen aanvallen. Bij een laatste glimp van de ondergaande zon komen we in
schemer bij een tentenkamp in het Serengeti National Park.
Om 6u ’s morgens wordt warm water voor de douche in een vat buiten bijgevuld. Trek maar aan het touwtje en een straaltje welkom warm water zal stromen.
Voordat we
terug vliegen naar Dar es Salaam hebben we nog een dag gepland voor een koffietour met een gids op
de Mount Meru buiten Arusha, waar koffieplantages zijn. Samuel haalt ons op en
over stoffige wegen rijden we naar zijn dorp waar hij ons zijn Lutherse kerk
laat zien. Een dienst met veel zang en dans kan makkelijk drie tot 4 vier uur
lang duren en het is eigenlijk niet gepast om er tussenuit te glippen. Bij een
kaal gebouw met rondom betonnen zitbanken nemen we plaats. Het is de rechtbank
van het dorp. De dorpsoudste en gekozen wijze mannen van boven de 60 spreken
het recht. Samuel vertelt ons de basisregels van het rechtssysteem:
1. Een man mag niet schreeuwen en ruzie
maken met zijn vrouw zodat iedereen het kan horen. Daar staan zweepslagen op.
2. Man en vrouw zijn gelijkwaardig; de
man mag niet de baas spelen.
3. Ruzies moeten met “praten”opgelost
worden.
4. Respect tonen voor een ouder iemand;
kinderen dienen te luisteren naar hun ouders.
5. Als mensen willen trouwen krijgen ze
pas de zegen als ze na honderd keer vragen of ze het zeker weten, overtuigd
zijn.
Simpel eigenlijk. Samuel gaf toe dat de vierde regel steeds
moeilijker te handhaven is
bij opgeschoten jeugd.
Bij een
begrafenis zijn de vrouwen in het wit en de mannen in het zwart gekleed. Als er
geen geld is om een kist te betalen mag de overledene ook in de tuin onder een
berg stenen begraven worden.
Tussen veldjes met wortelen, aardappelen, maïs en boontjes wandelen we een heel eind door bananen- en koffieplantages. Bij een koffieboer mogen we een kijkje nemen om het proces van geplukte rode koffieboon tot gebrande koffieboon te volgen. De koffiebonen worden gewassen en geschild in een machine en dan over verschillende bakken verdeeld. Slechte bonen drijven, goede zakken naar de bodem. De bonen worden in verschillende stadia gebrand in een koffiebrandmachine. Hoe meer gebrand, hoe donkerder de boon maar hoe minder cafeïne er overblijft. Bij een chalet genieten we van een overvloedig maal en besluiten we met een koffieproeverij, van milde koffie ( kahawa) naar sterke koffie, gecombineerd met koffiebonen in chocola gedompeld. Heerlijk .
P.S Het is nog niet gelukt om een paar filmpjes er bij te plaatsen. Hopelijk lukt dat nog.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage