Verhaal 4 April 2021 " Leven aan boord op het land "
Op 1 april vieren we dat ik nu twee jaar van mijn pensioen geniet met een overheerlijke ijskoffie bij de Burger King, het enige “restaurant” waar je in lockdown dit kan bestellen: ijskoude koffie met heel veel romig vanille-ijs er in.
We hebben deze maand heel wat aan de boot geklust, vooral Frits die toch het zwaardere werk moet doen. De kielen waren gedroogd en gerepareerd maar moeten nog in glasmat en epoxy gezet worden. Ik knip de stroken glasmat en doordrenk ze met epoxy; Frits, liggend op de grond plakt de stroken op de kielen. Als het uitgehard is komt er veel en zwaar schuurwerk met de schuurmachine aan te pas. Frits doet dit werk uiteindelijk toch liever zelf omdat de jongens van de werf de neiging hebben veel te veel er weer af te schuren.
Frits schuurt, plamuurt en verft de slechte plekken op de witte verf van de rompen meerdere malen. Ook op het dek zijn alweer beschadigingen nadat we pas een jaar geleden het hele dek als nieuw hadden geverfd. Het groene achterbalkje wordt gerepareerd en in de grondverf gezet.
Ik poets al het roestvrij staal aan boord tot het weer blinkt als een spiegeltje.
Op “Paaseidag” ( zoals Julius dat zo grappig zegt) werken we gewoon door. Het is rustig op de werf. Eigenlijk zijn er maar een paar boten waaraan gewerkt wordt. We genieten van een Paasontbijt met brood waar een hardgekookt ei in verstopt zit, van een zoetig kaneelbrood met vijgenvulling en natuurlijk van de chocolade eitjes en paashaas. In Tanzania had Lonneke ook paaseieren kunnen vinden, maar dit paashaasje leek Merijn toch écht wel helemaal het einde! Ik kan hem geen ongelijk geven.
Tweede Paasdag is in Portugal geen vrije dag maar een werkdag zoals ieder ander. Om 8u horen we de boodschappenwagentjes al het terrein op rinkelen. De werknemers vervoeren hun gereedschap, verf en andere spullen in een winkelwagentje naar de boot waar ze aan het werk moeten.
Op 6 april komt het goede nieuws dat de buitenterrassen weer open mogen, precies op tijd om Lonnekes verjaardag met een taartje te vieren, ouderwets op een terras. Het lijkt een luxe uit lang vervlogen tijden. Het lijkt alsof het gewone leven weer een beetje opstart, de markt is weer open, sommige winkels zijn vrij te betreden, kappers kunnen hun werk weer doen en Frits maakt daar onmiddellijk gebruik van. De kapster is zo blij dat ze weer ergens de schaar in mag zetten dat ze behoorlijk rigoureus te werk gaat. “Een béétje er af ” bestaat hier niet.
Het plezier is van korte duur in Portimȃo: twee weken later gaat in die gemeente en in nog een paar andere gemeentes de grendel er weer op. Het schijnt dat het aantal besmettingen weer oploopt en aldus besloten. De werf ligt aan de andere kant van de brug en valt onder de gemeente Lagoa. In deze gemeente zijn geen vernieuwde strenge maatregelen van kracht en leuk voor ons, niet dat we er zo veel gebruik van maken, blijven de terrassen in Ferragudo open. Het gezellige plein dat een paar weken geleden nog zo troosteloos verlaten was begint weer een beetje op te bloeien, zij het nog mondjesmaat. Veel toeristen zijn er niet maar het is een begin. Wij mogen het niet hardop zeggen maar wij zijn blij dat het nog zo rustig is. Voor de horeca en anderen is het een ramp. Veel mensen leven onder de armoedegrens en moeten zich richten tot voedselbanken. Dat hoorden we van Josje en David die na een lange winter in Nederland ook weer terug zijn op hun catamaran Zilt in de marina van Portimȃo. We lagen eerst bij hen aan de steiger. Nu komen ze af en toe langs op de fiets voor een praatje.
Terwijl het in Nederland koud is en zelfs sneeuwt is het hier al warm en de avonden soms zwoel. De cicaden worden wakker en slijpen hun vleugeltjes.
De jongens van de werf schuren voor de zoveelste keer het onderwaterschip en brengen de eerste laag grondverf aan. Ik zit op het voordek verse doperwten te doppen als de grote kraan achteruit op ons af komt rijden. De grote wielen zijn net zo hoog als onze boeg en hebben een dreigend effect. Ik voel me heel klein en kan van een kilometer afstand zien dat het grote wiel nooit langs onze romp zal gaan. De man die instructies geeft aan de chauffeur gebaart door te rijden. Schreeuwen heeft geen zin, foto’s maken en filmen wel. Als het wiel een paar decimeter van de boeg is verwijderd ziet de man ook eindelijk in dat het niet zal lukken en gebiedt de chauffeur de kraan te stoppen. Even een spannend momentje. Eerst willen ze onze boot een stukje verzetten dichter naar het water toe maar omdat de grote kraan ons dan niet makkelijk meer kan optillen als we weer het water in willen, wordt besloten dat we moeten verkassen naar het midden van het terrein waar net een catamaran weg is gegaan het water in. Dat is jammer want nu missen we het beetje uitzicht op de rivier Arade. Anderzijds staan we beter geparkeerd voor de avondzon die nu veel langer in de kuip schijnt waardoor we nog buiten kunnen eten. De verplaatsing neemt heel veel tijd in beslag en er komt een tractor van een andere werf aan te pas met een hele grote soort vorkheflader. Hij wordt onder de boot gereden, de boot wordt een stukje getild en verplaatst. Tijdens dit hele gebeuren gaan de schilderjongens die de rompen in de grondverf zetten onverstoorbaar verder met schilderen.
Op 8 april kunnen de rompen eindelijk met grote plamuurmessen geplamuurd worden met een hele dikke laag maar dan begint het schuurwerk weer met de schuurmachines om alles glad als een gesteven schortje te krijgen.
Ik krijg via het thuisfront een brief dat ik 4 dagen later
op 13 april gevaccineerd kan worden bij de huisarts. We hadden plannen gesmeed
om Frits zijn verjaardag ergens in de bergen in een B&B te vieren. De plannen gooien we om: vanaf 9 april is het
niet meer nodig een covidtest te kunnen overhandigen op het vliegveld reizend
van Portugal naar Nederland. Dat scheelt zo veel dat we een vlucht boeken voor
maandag 12 april. De volgende dag moeten
we een covidtest doen in Groningen ( van Nederland naar Portugal nog wel
verplicht) en die avond kan ik gevaccineerd worden. Onze huisarts is meedenkend
en stelt voor dat Frits ook ingeënt wordt, er zijn vaccins genoeg. Tuurlijk
zijn wij er blij mee. Frits zijn verjaardag verliep anders dan gedacht maar we
hebben het wel gevierd met Piet en Geertje. De volgende dag vliegen we alweer
terug. We willen niet te lang wegblijven van de werkzaamheden op de werf. De
jongens zijn nog steeds aan het schuren, nog dagen lang. Het begint me
letterlijk de keel uit te hangen maar dat komt omdat ik de dag na de vaccinatie
in het vliegtuig ziek word met koorts, misselijkheid en zeer zware migraine die
me vijf dagen in bed houdt. De herrie van de schuurmachines op de rompen was
slechts te verdragen met oordoppen in en een koptelefoon op in bed. Frits heeft
zich één dag licht grieperig gevoeld maar gelukkig niet langer zodat hij een oogje
op mij kan houden en op de werkjongens.
We hebben een punt gezet achter het schuren en opgedragen dat ze met drie lagen
grondverf moeten beginnen. Dat is inmiddels gebeurd, het moet uitharden en dan
kan de speciale coppercoatverf er in vier lagen op. Jammer dat het een aantal
dagen wat buiig weer is, dan wordt er vanzelfsprekend niet geverfd.
Ondertussen doen we het werk dat we zelf kunnen doen. Frits is
vooral bezig met de rompen boven de waterlijn, de zwaarden zijn gepoetst met de
poetsmachine en glanzen weer, de beschadigingen aan de roeren zijn gerepareerd,
de nieuwe schroefbladen en naven zijn in speciale verf geverfd. Frits heeft
hiervoor een ophangsysteem gefabriceerd
met touwen en stokken aan de rolsteiger zodat hij alles opgehangen kon
verven. ik heb het groene achterbalkje
geverfd en het kastje dat Frits gemaakt heeft voor de watermaker . Het is klaar
en gemonteerd.
Tussendoor stappen we af en toe op de fiets voor kleine
“break-outs”, even weg van de werf en het lawaai dat er bij hoort.
Slechts een kwartiertje fietsen naar een bijna verlaten plek aan
The Riverside brengt ons in hele andere sferen; een beetje vakantieachtig aan
het water van de Rio Arade, kleine vissersbootjes op het strandje getrokken, een vervallen gebouw met muren van grote opeengestapelde stenen ,
een klein meertje ( of is het een grote vijver?) met onbetreden begroeiing en
bloemen plus de gebruikelijke achtergelaten rommel. Aan de overkant van de
straat een prachtig nieuw appartementencomplex met terras aan het water, waar
geen sterveling te zien is, behalve wat oude mannen die het bruggetje op en
neer drentelen en uitkijken over de stad Portimȃo , het treintje dat langsrijdt
op weg naar Faro, de bergen van Monchique in de verte.
Rio
Arade
Zittend
aan de oever van de Rio Arade,
Dromend starend
in het blauw van de lucht.
Witte
wolken weerspiegeld in het kabbelende water,
Drijvend
naar de overkant.
Wachtende
bootjes op een verlaten stukje strand.
Hoog
zweven de ooievaars,
Moeiteloos
zwevende ooievaars
Als
sierlijke balletmeisjes,
Hun
wit-zwarte rokjes zwaaiend in de wind,
Ten
afscheid van een zwoele dag.
Het lijkt er op dat in elk geval in één ooievaarsnest de eieren
uitgekomen zijn, afgaand op de braakneigingen van één van de ouders, of hij
moet al migraine hebben.
Er zijn bijna dagelijks boodschappen te doen op de fiets, net zo
veel als het kratje achterop kan houden. De Lidle is vlakbij maar soms is het
leuker om voor groenten en fruit een kwartier verder te fietsen naar een grote
kraam langs de kant van de weg met o.a. overheerlijke sinaasappels zowel om uit
het vuistje te eten als om te persen. Anderhalve sinaasappel voor een glas zoet
heerlijk sap. Voor ons is het leven hier goedkoop. Je vraagt je af waar de
mensen het van moeten hebben als op een terras een grote kop koffie 1 euro
kost; als een hele grote zware zak sinaasappels 2,50 kost, als een halve
gebraden kip 2 euro kost, als een knipbeurt voor mannen 5 euro kost en voor vrouwen
8 euro… Hoeveel winst hebben ze dan wel niet in Nederland op dit soort
uitgaven.
De dag dat de coppercoat ( aangroeiwerende koperverf ) aangebracht
kan worden breekt aan op 27 april. Een koningsgeschenk zou je kunnen zeggen dat
het die dag droog blijft en de schilders ,niet gehinderd door het weer, vier
lagen nat in nat kunnen aanbrengen. De verf heeft nu nog de melkchocoladekleur van
het paashaasje maar in het water zal het koper oxideren en wordt het groen.
Heftige aangroei van het onderwaterschip behoort tot de verleden tijd . Het
koper zit opgesloten in de epoxy en komt niet in het water. De coppercoat moet
5 dagen uitharden en opgeruwd worden voordat Salon het water in kan. Ook de
plaatsen waar nu steunbalken staan moeten nog bijgewerkt worden en uitharden.
Ondertussen werken wij het boven de waterlijn verder bij. In elk geval komt het
eind van de werkzaamheden in zicht. Frits heeft de schroefbladen, zinkanodes en
naven weer gemonteerd: we zijn weer een boot.
De witte verf op de rompen is bijgewerkt; de groene belijning op
de zijkanten in ere hersteld; de strook met schade van het rode afplakband dat
verf los trok, overgeschilderd; de grijze dekkenverf op het dek hier en daar
opnieuw gedaan alsook witte verf; beschadigingen onder het brugdek met rode verf
gerepareerd…
Het wachten is nu op het verzetten van de boot om de laatste
plekken nog in de coppercoat te verven. Dan staat het sein op groen om het
water in te gaan en hopelijk ook om te mogen varen. Er ligt nu nog een
patrouilleboot bij de uitgang die uitvaren verhindert op straffe van 800 euro.
Dan nog maar even geduld.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage