Verhaal 33: Van Cadiz terug naar Rio Guadiana 20 juli ‘17
Na een paar heerlijke dagen in Cadiz, waar ik blaren op mijn
kleine teen heb gelopen, zeilen we op 10
juli naar de overkant van de baai, een kanaaltje in naar het dorp Santa María.
Zo op het oog niets bijzonders maar in de gids werd het aangeprezen. Op de kop
van een steiger bij de Club Nautico is
een lege plek. Er ligt een boot uit Nieuwpoort. Leo en Liesbeth uit Brussel helpen bij het
aanleggen en er vloeit een gezellige avond uit voort met het uitwisselen van
verhalen onder het genot van een koud biertje of wit wijntje. Het is nog steeds
erg warm. Toch laten we ons niet kennen en op het heetst van de dag lopen we
een heel eind om te verkennen wat hier dan wel zo de moeite van het bezoeken waard
is. We worden echt beloond voor de moeite: een prachtig oud kasteel midden in
het dorp, een grote kathedraalachtige kerk, mooie voorgevels en oude deuren,
leuke straatjes met vele terrassen, een heuse Aldi ingericht als de moskee van
Cordoba in een grote hal. Alleen de mensen op straat zijn er niet. Of zou dat
aan de siësta
liggen.
De volgende morgen vertrekken we al om 7u om te profiteren
van de gunstige stroom . De lucht kleurt roze en bij de mooie vuurtoren knalt
de zon heel snel te voorschijn terwijl de volle maan langzaam verflauwt. De zee is hobbelig , wind
en deining tegen. Een paar uur later volgen we de boeien de Rio Guadalquivir op tussen de zandbanken
met branding. Deze mooie naam met die zangerige melodie heeft me altijd al aangesproken
tijdens aardrijkskundelessen vroeger. Nu váár ik er op! Als we door
zouden varen komen we in Sevilla uit. Was een overweging maar het is híer
al bloedheet, laat staan in de stad in het binnenland. Op de kaart zien we het
plaatsje Bonanza staan. Ook dit woord roept bij mij herinneringen op en het
liedje dat we vroeger als kind zongen speelt met een druk op de knop door mijn
hoofd: “Wij zijn de mannen van Bonanza,
wij zijn de mannen zonder vrees. Pak hem vast, zwier hem rond, smijt hem in de
koeienstront; wij zijn de mannen van Bonanza, wij zijn de mannen zonder vrees!” Dit zal wel een Vlaamse versie zijn van het
oorspronkelijke lied. Had ik al een Westernachtig dorp verwacht, dan valt dat
dik tegen terwijl in het dorp vlakbij,
bij de ingang van de rivier, wel 5 mooie torens naar het blauw reiken.
Maakt niet uit. We hebben besloten twee dagen geen stap meer te verzetten. We
ankeren aan de overkant tegen een enorm bos van parasoldennen aan in het
natuurgebied Donaña. De vele vliegen en muggen nemen we op de koop toe
ondanks hun irritante gedrag. Zijn het terroristenvliegen die niet bevreesd
zijn voor een mep van de vliegenmepper? Hopen ze in de vliegenhemel te komen
met zeven vliegenmaagden als ze zich opofferen bij een aanval? Het is heet. Het
kwik stijgt naar 37 graden zonder wind of een hele warme wind. We dobberen heel
vaak in de Guadalquivir, soezen of lezen in de schaduw , doen kleine klusjes
als schoonmaken en een tweede buitenlampje aansluiten en zijn tevreden. Een
ooievaar en een grote roofvogel blijven
lang rondjes trekken in de staalblauwe lucht. Besluiteloos welke kant ze op
zullen vliegen? Net als wij, lamgeslagen door de hitte en niet van plan meer
uit te voeren dan strikt noodzakelijk? Opgeschoten jongens rennen hard over de
modderige oever bij laag water en gooien iets in een zwarte emmer. Zo af en toe
klinkt er een schreeuw, een vloek of een lach. We vermoeden dat ze op
krabbenjacht zijn en dat een krab hen soms te snel af is met die ene dreigende
grote schaar.
Koken doe ik ’s middags omdat dan 30 graden in de keuken te
verkiezen is boven 37 graden in de late namiddag. We spannen doeken en een
reservezeil om schaduw te creëren. We zitten ’s avonds in de kuip
aan de koffie en kijken naar de bosrand. Opeens loopt er een hertje met schattige
te grote oren door het beeld van ons TV- scherm, het grote open raam in de
zonnetent. Hij scharrelt onbekommerd langs de waterkant op zoek naar iets
eetbaars. Verderop zien we een tweede hert en zowaar ook een everzwijn. Het is
een harig, beetje stram en grijs exemplaar met slonzige staart . De volgende
ochtend is hij er weer en wroet in de modder op stijve poten zijn ontbijt bij elkaar. Zou
hij dan ook krabben eten?
Na twee dagen zijn we de insecten, de snelle motorboten , de
idiote waterscooters en de hitte zat en we vluchten om 8 uur de zee op. Een
zacht Zuidwesten windje doet het water
rimpelen. Met een zeer relaxed gangetje
van 3 tot 4 knoop glijden we weg van de Rio Guadalquivir. De lucht heeft de
kleur van melk, aangelengd met water. Op het voordek zitten we loge in onze
luie stoelen en kijken naar het theater van de zee. Vandaag de voorstelling: “
Als duizend – en – één rimpelige appeltjes.” De vislijn stroomt achter de boot
en zowaar vangen we behalve een plastic zak , een kleine makreelachtige vis met
een mooie rugtekening en een gele staart. Goed voor een visslaatje.
Het is weer vlaggetjestijd. Om de beurt let iemand op en de
ander zit in de schaduw te doezelen op het voordek. Ik sta bij de voorbuis op
de uitkijk als mijn mooie roze slipper
uit Tenerife achter de rolfoklijn blijft haken, even balanceert op de voorbuis
en dan elegant het water induikt. Ik sta hem een beetje beduusd na te kijken en
kom te laat in actie om hem achter bij de scoop op te vangen. Ik roep Frits wakker uit zijn
doezelmomentje. Hij springt uit de stoel en draait de boot. Eerst zagen we de
slipper nog drijven maar door het draaien en het verliezen van richtingsgevoel
zijn we hem kwijt. Frits ziet het als uitdaging om een “ Man – Overboord- Actie
” te gaan uitvoeren zonder gebruik te maken van de knop “Man
Overboord” die de koers naar de slipper
zou aangeven. Kwamen de golven vóór het “ongeluk” schuin achter in, dan
moeten ze nu schuin voor inkomen. Door de verrekijker zie ik geen roze stipje,
maar Frits die op het kajuitdak staat, ziet hem wél. Nauwkeurig navigeert hij er
heen en de roze drenkeling drijft rustig langs de romp naar achter. Ik zit in
de scoop, op het mooie superhandige door Frits gemaakte zwemplateau en kan de
slipper moeiteloos uit het water vissen. Operatie slipper gelukt en Frits heeft
koffie met chocolaatjes verdiend! Iets
na zessen valt het anker op de Ria Odiël, de rivier naar Huelva toe, bij het
plaatsje Mazagón. We lagen hier al een keer eerder tegen de mooie
parasoldennenbomen aan te kijken. Nu maken we een wandeling naar het dorp “onder
een deken van parasoldennen” zoals
Frits het treffend zei.
Zelfs hier kan het weer heel veranderlijk zijn terwijl het
toch altijd mooi weer is. In Cadiz namen we nog een vestje mee voor de
zekerheid, op de Guadalquivir was zelfs een bikini te veel stof, en hier zitten
we plots in dichte zeemist. ‘s Morgens bij het wakker worden kan het fris
aanvoelen ( 20 graden) en een uur later is het al benauwd warm.
Van daaruit nog een dag zeilen bij heel rustig weer en weinig wind, zelfs plotselinge mist,
en we zijn weer terug op de Rio Guadiana . We vinden een mooie ankerplek aan
Portugese oever met uitzicht op Het Spaanse stadje Ayamonte en in de verte Het
Portugese dorp Castro Marim.
Op een zalige zondagochtend als de ooievaars en witte
reigertjes “croissantjes” voor het zondags ontbijt zoeken in de modder, varen
we met de bijboot een zijriviertje in en komen uit bij het dorp dat we vanaf de
boot zien liggen. Het intrigeert me omdat ik door de verrekijker twee oude forten zie op heuvels en aan de voet
kleine witte huisjes en een kerktorentje. We worden beloond voor de moeite: een
heel schoon en rustig vriendelijk dorp, nog niet helemaal wakker op de ouderen
na. Logisch: de discotheek heeft tot diep in de nacht gedreund, zo hard dat wij
op de boot zelfs oordoppen in moesten doen om enigszins te kunnen slapen. De
vergezichten vanaf het grootste fort zijn prachtig. Het stamt uit de 14de
eeuw en is grotendeels verwoest door een aardbeving in 1755 maar er is genoeg
aan buitenmuren blijven staan om mijn fantasie te laten werken.
4 reacties:
Jammer dat we elkaar hebben gemist op de Guadiana.Wij liggen nu aan de steiger van Sanlucar voor 7 euro. Daarvoor gaan we niet ten anker.
we wachten hier tot de harde wind wat is afgenomen.
groeten Antoinette en Maarten
Wel heel jammer dat we elkaar gemist hebben. Zou grappig geweest zijn om jullie aan het begin en aan het eind van onze reis ontmoet te hebben. Wij zijn nu bij Armona in de buurt van Olhao en Faro. Over een paar dagen willen we naar Alvor waar we voorlopig de boot achterlaten. 18 aug vliegen we terug naar Nederland. 1 september ga ik weer aan het werk. blijven jullie in Lagos? wat zijn jullie plannen?
Groeten van ons, Marleen en Frits.
inderdaad jammer. Wat zijn De coordinate van Armona? Kan het niet vinden.
Wij willen volgens jaar weer naar NL.
Stuur je mail via De radiomail Dan kunnen we gewoon mailen winlink adres heb je volgens mij
Ik bedoelde je mailadres.
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage