Verhaal 28: Tanger en terug naar de thuisbasis Alvor. 11 mei ’17
Ik ben weer helemaal confuus van de wereld van Aladin. Al die kleine steegjes met poortjes, gekleurde huizen dicht op elkaar gebouwd, overal kleurrijke mensen in de Medina ( oude stadsgedeelte) die hun kleurige waren uitgestald hebben. Of het nou gaat om wasteiltjes, kleden, schoenen, tassen, of kuikentjes…overal is kleur. We kwamen een groepje kinderen tegen met een kartonnen doos. Ze lieten ons hun kuikentjes zien: een lichtgele, een donkergele, maar ook een oranje en een groene! Nee, ze hadden de kuikentjes niet geverfd. “ Zo komen ze uit het ei.” vertelden ze, verbaasd over mijn vraag of ze de kuikentjes geverfd hadden.
De mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam zonder
vervelend te worden. Het is er op zich rustig vergeleken bij Agadir of Addis
Abeba. We voelen ons er relaxed, sjouwen
elke dag een paar uren door de Medina of de Kasbah (oud
Fort). We hebben een stamcafé voor koffie met WIFI waar ze al
lachen als ze ons weer zien aankomen. Frits gaat naar de kapper, een jong
ventje dat zich vereerd voelt en met de
hand op het hart ons uitzwaait. Hij
heeft het goed geknipt maar kamt alles naar voren. Deze” new look” vinden we vreselijk maar we willen de jongen
niet voor het hoofd stoten. Als we het hoekje om zijn halen we snel 10 vingers
door Frits zijn haar en warempel ziet het er opeens heel leuk uit.
De hele week hebben we zalig warm weer op één ochtend met regen na. Heerlijk, regen. Nu heb
ik tijd om de hele boot binnen te soppen. Buiten klinken de onheilspellende
klagelijke geluiden van het vrijdaggebed uit de moskee. De zoemende bijen zijn
ingeruild voor loeiende koeien; de motoren van Polderputten voor de sirene van
de brandweerkazerne. De speakervogels doen er een schepje bovenop en laten zich
niet van de wijs brengen. De échte meeuwen hoor je niet. Te druk met
visafval oppikken uit het water. Binnen creëer ik mijn eigen sfeertje en zet de CD van Jacob en Carla op
met Nederlandstalige muziek die ik uit
de boxen laat knallen. Daar heeft een Koranzanger niet van terug.
De laatste dagen staat de wind de haven in: in een mum van
tijd drijft Salon in een bende van plastic flessen, stukken plastic, afval,
touw, stukken visnet en . heel onsmakelijk ,
de ingewanden van hele grote vissen. Op de visafslag hadden we enorme zwaardvissen
gezien. Alles gaat hier nog gewoon het water in. In de straatjes vonden we het
betrekkelijk schoon vergeleken bij de haven. De kade waar we tegenaan liggen is
zwart van olie, vet, diesel, troep. En dus zo ook Salon. Dat we twee weken
geleden de boot nog geverfd hebben is niet meer te zien. Salon is zwart en ook
de stootballen en landvasten. Alles heeft zijn prijs. Toch hadden we het niet
willen missen. Wat een bedrijvigheid vlak voor onze neus : een bijna
onophoudelijke parade van komende en gaande grote en kleine vissersboten . Het
is ’s morgens vroeg al een drukte van belang
op de kade.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage