Verhaal 17: Onderweg naar Las Palmas 11 januari ‘17
We hebben het hoofdstuk Fuerteventura prettig afgesloten met
een laatste barbecue op het strand met "de groep" bij prachtig zomers weer.
Een laatste duik in zee en we maken ons allemaal vaarklaar.
In het stuifwater van de branding lichten de kleuren van de regenboog op.
Een nieuwe bladzijde begint. Op 10 januari zeilen we samen met Mark en Carola rond half 8 de
haven uit. De lucht kleurt zacht oranje en de bergen koesteren zich in de
eerste zonnestralen. De wind moet nog wakker worden. Hij laat niet lang op zich
wachten en blaast windkracht 4 tot 5 uit de noordoosthoek.
Met halve wind stuiven we door de toch wel 2 meter hoge
golven. Boegwater stuift in een mooie spray over het dek, witte schuimkoppen
breken soms tegen de stuurboordromp en gooien ons een stukje opzij, de wind
waait om mijn hoofd als ik op mijn positie op het bankje over de zee
uitkijk. De teller wijst meer dan 10
knoop aan en Mark en Carola verdwijnen langzaam maar zeker naar de horizon.
Frits duikt de laatste baai van
Fuerteventura in, bij de vuurtoren van
Jandia, om een rif te zetten.
We blijven uren lang 9 knoop lopen. De zon die zo mooi
opkwam heeft zich laten opslokken door een donkere grijze lucht. Af en toe valt
er nog een smalle zilveren streep zonlicht op het wateroppervlak. De streep
wordt een vlek, de vlek wordt weer een streep, de streep lost op en verdwijnt
op kousenvoetjes.
We
hebben een Noordzeegevoel in onze dikke jas en sjaal. Hoe anders was de tocht
van Gran Tarajal naar Morro Jable in bikini op het voordek. We maken het ons
gezellig met thee en cake. Buiten is het prima te doen, binnen wordt ik toch een
beetje misselijk als ik te lang in de keukenromp blijf. Een olietanker kruist
op een halve mijl afstand ons pad. We moesten zelfs even koers wijzigen
Als we de laatste 20 mijl ingaan doemt Gran Canaria op uit
de grijsheid. De wind wordt minder sterk en we vervangen de fok door de genua.
Het eiland komt snel dichterbij. Echt mooi is het aanzicht niet maar toch fascinerend:
grote hoge gebouwen van de stad, enorme stellages van booreilanden bij de haveningang. We zoeken een ankerplek
in de volle ankerbaai. Vlak achter ons
komt het rode bootje van deFrans Canadese jongen Tibault aangevaren. Hij is vanmorgen om 3
uur vertrokken.
We wisten al dat het er druk zou zijn omdat er in de haven
geen plek is. Met de bijboot gaan we naar de receptie. Er is geen plek wordt er
gezegd, maar als ik aangeef dat we er in 2010 ook waren en misschien nog wel in
de computer staan, krijgen we een plek in de kleine buitenhaven langszij de
kademuur bij de zeilvereniging waar mannetjes aan hun zeilbootjes klussen. Perfect eigenlijk. We liggen er rustig met een paar andere catamarans
en we liggen vlakbij de stad. Wie doet ons wat.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage