zondag, november 06, 2016

Verhaal 11b: Essaouira


 Als het weer begint op te klaren huren we drie dagen een auto. We rijden drie uur langs de kust door bergachtig gebied richting noorden naar het stadje Essaouira. Aan het begin van de stad staan jongens aan de kant van de weg met autosleuteltjes te rammelen. Ze bieden zich aan als parkeerwacht: ze passen  op je auto en je geeft hen de autosleutels zodat ze de auto kunnen verzetten als het moet. We kiezen voor een grote parkeerplaats bij de visserijhaven waar ze met hetzelfde systeem werken. Twee euro betalen, sleutels afgeven en je kan uren parkeren onder toezicht. Een jongen met tientallen sleutelbossen aan zijn vingers houdt alles bij. Hij onthoudt van wie welke auto is en pakt de juiste sleutelbos van zijn vingers als mensen terug komen. Ondertussen staat de auto al lang op een andere plek tussen honderd andere auto’s. De jongen springt achter het stuur en parkeert de auto voor je voeten. Geweldig.

Bij de kleine blauwe vissersboten, dicht op elkaar gepakt in de haven en op de vismarkt komen we ogen te kort. Wat een bedrijvigheid en allemaal in goede harmonie. Er wordt niet geschreeuwd, alles en iedereen krioelt door elkaar heen, vissen van allerlei soorten en maten worden verhandeld, netten worden geboet, en heel veel katten doen zich te goed aan het afval.
 
 
 
 
Essaouira is een toeristisch maar heel gezellig stadje waar veel te snuisteren is in de kasbah op de markt en in de vele winkeltjes met hun kleurige koopwaar. Prachtige schalen, tajines, tapijten, schoenen en tassen van leer, houtsnijwerk, lantaarns en ga zo maar door. De kasbah is een ommuurd stadsgedeelte . Sommige mensen lijken te kunnen slapen in al deze levendige drukte.
 
 



Overal leuke hoekjes, straatjes en details. Bij het verven van de huizen worden vaak de kleuren zacht blauw en zacht geel gebruikt.



Onderweg rijden we door bergachtig gebied beplant met arganbomen zo ver het oog reikt. We komen vele herders met geitenkuddes tegen . De geiten doen zich te goed aan de argannoten. Ze klimmen er zelfs voor in de bomen! Ze eten de schaal van de noot. De noot valt op de grond en er groeien nieuwe bomen. Volgens een gids zijn het de geiten die voor de beplanting van de arganbomen zorgen. Vele bomen waren kaal, anderen juist weer helemaal groen . De kale bomen zijn niet dood, maar in slaapstand vanwege de droogte. De wortels kunnen tot 30 meter diep water uit de grond halen.
Onderweg komen we vele kraampjes tegen aan de kant van de weg. Als er een auto langs rijdt houdt iemand een fles arganolie omhoog om de automobilist te lokken. Regelmatig zien we nog vervoer per ezeltje. ( Niet zo veel als in Addis Abeba.)

 
We komen door kleine dorpjes, Ze stellen niet veel voor. Het is eigenlijk niet veel meer dan een groepje blokken uit een blokkendoos, soms wit en soms in zachte aardetinten. Soms is er helemaal niks te beleven en lijken ze uitgestorven totdat ik dan toch ineens iemand zie lopen of in het zand zie zitten. In andere dorpen is meer bedrijvigheid van mens en dier. Het blijft uitkijken voor plotseling overstekende ezels, geiten en schapen.


 
Eindelijk laat de zon zich weer zien.
 

 
 
 











0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage