Verhaal 11c: Taroudant
Ondanks dat we beiden niet fit zijn, (last van griep bij 30
graden en migraine) gaan we wel weer op
pad met de auto een stukje het binnenland in naar het ommuurde stadje Taroudant. We rijden door een grote
laagvlakte, de Souss vallei, omringd door de bergen van het Hoog Atlasgebergte.
De vlakte is écht zo plat als een gele
pannenkoek bespikkeld met arganbomen. Ook nu weer kleine dorpen met
opvallend veel niet afgebouwde huizen.
Ze zijn nog grijs van het beton en het betonijzer steekt nog uit de
eerste verdieping. Mogelijk maken ze het
huis ooit nog een keer af met een tweede verdieping en een dak. De huizen zien
er onbewoond uit maar toch is er op de begane grond wel leven te ontdekken. Een
kindje in een deuropening, een wapperend gordijn, een kist met bananen op de
stoep . De asfaltweg is goed maar direct er naast is er alleen grind, stof en
zand. Soms is er in de wijde omtrek niets te zien dan arganbomen en toch staat
er ineens een groepje mensen onder een boom te wachten. Op de bus?
Bij Taroudant
aangekomen parkeren we de auto bij de stadsmuur. De muur, gebouwd in de 16de
eeuw, is 7 km in het rond en overal zijn
poorten om er binnen te komen. Het lijkt me uren lopen voordat we op de juiste
plek zijn waar het avontuur lonkt en dus lijkt het me handig om gebruik te
maken van een koets met paardje om ons te laten rijden.
Er komt al een vriendelijke gids met zijn zoon naar ons toe.
Voor 8 euro wil hij ons 2 uur lang rondrijden, laten uitstappen in het paleis
en op de Berbermarkt laten snuisteren. Hij kan leuk vertellen, enthousiast over
zijn stad en zijn land, humoristisch en erg vriendelijk. Hij is er trots op dat
ze in Taroudant, Klein Marrakesh genoemd, niet zo opdringerig zijn als in Marrakesh.
Niemand valt je lastig en er is tijd om op je dooie gemakje langs de winkeltjes
te drentelen en te genieten van al die mooie kleuren van schoenen, tassen,
tapijten, schalen, olijven, kruiden… Ik ben er smoorverliefd op geworden.
Bovendien is het in Taroudant veel goedkoper dan bvb. in Agadir. De gids
vertelt lachend: “In Taroudant koop je een kameel voor de prijs van een kip. In
Agadir koop je een kip voor de prijs van een kameel.”
Terwijl
wij rondlopen, onze ogen de kost geven en luisteren naar de gids rijdt zijn
zoon met de koets naar de volgende plek om ons daar weer op te pikken en zich
met zijn paardje door de drukte te wringen.
’s Morgens in alle
vroegte zijn de Berbers uit de bergen op hun ezeltjes naar beneden gekomen om
op de Berbermarkt hun spullen te verkopen, Het ene moment voel ik me in de
Middeleeuwen, of in een Charles Dickensfilm, de andere keer waan ik mij op
bezoek in Aladins sprookjeswereld. Overal is bedrijvigheid. Een man zit op de
grond manden te snijden uit oude autobanden, een vrouw zit op de grond graan te
zeven in een hele grote zeef terwijl ze me toelacht, een oud vrouwtje zit op
het stoepje van haar winkeltje argannoten tussen een molensteen te malen zodat
de olie er uit druipt, een man zit manden te vlechten van bamboe, een ander
smeedt ijzeren lantaarns of is meubeltjes aan het timmeren…Op een plein staan
enorme blauwe zakken met graan, haver, gerst, bonen…De gids noemt het “Donkey
petrol.”
De gids neemt ons mee
naar een coöperatie waar ze de echte zuivere arganolie maken. De vrouw van het
bedrijfje laat ons de argannoten zien De gebrande noten worden gebruikt om de
keukenolie te maken, de niet gebrande noten voor cosmetica. Ze verzekert ons
dat met de olie aan de weg bijna altijd geknoeid is. We kopen een duur klein
flesje. Ik ben er heel zuinig op. De olie is fluweelzacht en er zijn maar 2 theelepeltjes
nodig om een lekkere dressing te maken.
Op de markt is echt alles te koop.
Of zal ik voor noten, kruiden en olijven gaan?
Teiltje nodig of een nieuwe glimmende pan?
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage