Verhaal 7: Onderweg naar Porto Santo 3 oktober '16
Rio Guadiana, Faro,
Culatra, Alvor
Oude en nieuwe
voetstappen
Op zonovergoten wit
zand,
Op glad gesleten
zwarte en witte keitjes in oude straatjes met frivole balkonnetjes,
Tussen goudgeel gebrande
heuvels, droog en dor.
Waarom daar dan niet
blijven?
De lokroep van de
oceaan, slechts een kleine 500 mijl te gaan.
Hoge golven met schuim
in hun kraag,
Harde wind, een knoop
in onze maag,
Als de golven zijn
uitgespeeld
En de wind zich een
beetje verveelt,
Nemen dolfijnen het
spel over
En buitelen met ons
mee in de inktpotblauwe zee,
Nog 60 mijl te gaan.
De zon gaat betoverend
onder,
Maakt plaats voor
sterrengeflonker in het zachte donker.
Nog 30 mijl te gaan.
Aan de horizon een
vaag oranje licht,
Porto Santo komt in
zicht.
Donderdag 29 september vertrekken we bij het krieken van de
dag. Er is nauwelijks wind onder de kust. Portugal glijdt als een gele, hier en
daar door groen onderbroken band met huisjes en dorpjes als witte
legosteentjes, aan ons voorbij. We varen
West, de genua en het grootzeil moeten een paar keer naar de andere kant, de
motor moet bij. Cabo Vicente voorbij trekt de wind aan, zo ook de golven en de
deining. We zitten aan de rand van een windveld dat naar het Oosten toe voor
zeer harde wind zorgt. Het waait veel harder dan voorspeld. De wind komt schuin
achter in en we vliegen met 10 tot 12 knoop over de golven. Er staat een hoge deining van een
paar meter, de golven zijn warrig en breken af en toe en we zijn eigenlijk nog
niet ingeslingerd na de rustige tochtjes onder de kust en op de rivier. Onze
magen kunnen dit tempo niet volgen. Eigenlijk zeilt het prachtig met hoge
snelheid van 10 tot 12 knoop ondanks dat het grootzeil drie keer gereefd is en
de genua half is ingerold. Maar genieten is er nog niet echt bij. Er passeren
een paar grote schepen in de scheepvaartroute, een stormvogeltje vliegt
nieuwsgierig langs en dan zijn we alleen. We genieten wel weer van de prachtige
heldere sterrenhemel en de melkweg weerspiegelt in de oceaan. We wisselen om de
paar uur en voelen ons slap. We leggen 200 mijl af in 24 uur.
Dag twee worden de golven en de wind iets rustiger maar de
warrige deining blijft. Zodra ik binnen iets moet doen , al is het maar een
snel eitje bakken, gaat het mis. We komen er beiden niet echt overheen. Dat de
golven hoog waren bewijzen de kleine inktvisjes die in beide gangboorden zijn
aangespoeld. Als we ze vinden zijn ze al door de zon opgedroogd en laten ze een
zwarte inktvlek achter op de witte verf. De hele dag en nacht blijft het
doorwaaien en kunnen we 6 tot 8 knoop lopen. De volgende 160 mijl zijn
afgetikt.
Dag 3 is de wind nagenoeg weg en de zee uitgeblust. De zon
brandt al snel de grijze lucht aan flarden. Langzamerhand komen we weer wat aan
eten toe. We kunnen een deel van de dag
nog 5 knoop zeilen maar later moeten we het op de motor doen. En dan, precies
zoals we hadden gehoopt: een cadeautje. We horen het bekende geplons en we
vliegen naar het voornet om niets van de dolfijnenshow te moeten missen. Het is
zo bijzonder om van zo dichtbij die prachtige glanzende lijven te zien spelen
en buitelen in dat glasheldere inktpotblauwe water. Zo dichtbij dat ik me bijna
één van hen voel en mee zou willen zwemmen. Maar als er dan een grote zwarte
vogel met witte vlek op zijn vleugels,
de Grote Jager, sierlijk langs ons komt
zweven, dan weet ik het niet meer. Zou ik een vogel of zou ik een dolfijn
willen zijn? Dan maar een “dogel” of een “vofijn”. We zijn over een onderwaterberg gevaren. De
oceaan is 4000 tot 5000 meter diep en dan ineens is er een plek op de zeekaart
die nog maar 86 meter diepte aangeeft. We hoeven ons met onze diepgang van 70
cm geen zorgen te maken. Precies na 3 volle dagen en nachten komen we in het
laatste donker aan. De zon kleurt de lucht al rood boven de horizon en de
bergen van Porto Santo steken scherp zwart af. De laatste 120 mijl zijn
geslaagd.
Ik stuur de haven in, Frits laat het anker vallen…rust.
Welkom op Porto Santo. Een goed begin van mijn 59ste jaar jong. ( Met crêpes die Fransen hadden gebakken. Op de achtersteven van hun boot een crêpes bakplaat waar de man uren stond te bakken en de vrouw langs jachten ging om ze te verkopen. De haren nog nat van het zwemmen smaakte dit ontbijt heerlijk. Dankjewel iedereen voor de lieve felicitaties. Ik kan weer een jaar vooruit.)
3 reacties:
Geweldig wat weer een mooi verhaal. Bom dia wat een mooie verjaardag... ik kijk al uit naar het volgende verhaal. Groetjes en liefs.
Jolanda
Nog gefeliciteerd met je verjaardag. Mooi verslag. Wat gaan jullie verder doen?
Begin van de dichtbundel is er al😊 Mag ik ze voordragen aan de leden van mijn leeskring? Je gedichten zijn schitterend Marleen🤗
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage