Verhaal 2 25 aug. ’16 Alvor
De dagen rijgen zich comfortabel aan elkaar. Elke ochtend worden we wakker met blauwe lucht en zon. Soms is het zo intens en wijds blauw dat je zou vergeten dat er wolken bestaan; soms lijkt achter de bergen van Monchique een tweede zacht paarsgrijze bergketen te zijn ontstaan. Maar in de loop van de ochtend brokkelt deze bergketen langzaam af en drijft hij in witte wolkjes uiteen.
De eerste week begon nagenoeg windstil maar tegen de middag
trok de wind aan en werd hij behoorlijk krachtig. We liggen goed vastgebonden
aan de steiger en hoeven ons om een krabbend anker geen zorgen te maken. De
avonden waren koel en zelfs fris te noemen bij het water. In het dorp Alvor
bleef de warmte van overdag lekker hangen. We hebben het dorpsfeest meegemaakt
ter gelegenheid van het 5oo jarig bestaan van de kerk in Alvor. Met optredens
van o.a. “de Portugese Wia Buze” danste
het dorp drie avonden lang op de klanken van ingetogen fado of op de swingende
Braziliaanse muziek.
De tweede week is warm. Er is minder wind om af te koelen
maar de avonden zijn heerlijk zwoel.
We zijn druk aan het klussen geweest, er is elke dag wel
iets te fiksen of te regelen. Zo ging
vrijwel direct al een accu kapot en hadden we geen koelkast meer. Vitor, de
jongen die op onze boot heeft gepast dit voorjaar, nam ons mee in zijn snelle
motorboot naar Lagos om een nieuwe accu en andere onderdelen te regelen. In
zijn boot naar Lagos duurde een kwartier. In de auto zouden we vanwege de
drukte een uur onderweg zijn volgens hem.
Omdat we aan de steiger liggen kon Frits vrij makkelijk
nieuwe ronde raampjes plaatsen: de bestaande raampjes er met een hamer
uitmeppen, het ronde gat een cm groter uitzagen met de decoupeerzaag en samen
de nieuwe raampjes er in kitten. Mijn opdracht was ze goed vast te houden zodat
ze niet onverhoopt in het water zouden plonzen. In beide rompen zit nu een
raampje dat open kan. Daardoor waait het beter door….als er wind is.
Frits heeft het “zendgebeuren” weer aan de praat; hij is een
treetje aan het uitdenken om makkelijker aan boord te stappen nu we een dagje
ouder worden en de knietjes soms niet meer zo goed meewerken; de boordprinter
werkt; het net is gerepareerd; het logwieltje is vervangen; we doen de was in
een emmer op de steiger en ga zo maar door. we hebben onze vouwfietsen ingewijd
en zijn naar Potimȃo gefietst ( pittig
met die steile hellingen en drukke weg);We slepen elke dag op de fiets, bergop
bergaf , een aantal waterflessen van 5 liter om een voorraad drinkwater op te
bouwen; We hebben twee dagen de boot bij laag water op het strand gezet om het
onderwaterschip schoon te kunnen maken. De boot ligt hier nu een jaar in het
water. De aangroei op het onderwaterschip viel heel erg mee en was er heel
makkelijk af te borstelen dankzij de 5 lagen onderwaterverf die ik er vorig
jaar opgesmeerd had. Toch schrokken we omdat het bij het droogvallen leek alsof de boot met beide rompen op een
dikke steen was gevaren. Bij nader onderzoek bleken het de staartstukken van de
motoren te zijn en de schroeven die helemaal aangegroeid waren met grote vette
mosselen in dikke trossen. Geen wonder dat Frits klachten had over de voortgang.
Mij leek het een wonder dat we überhaupt nog konden varen. De mosselen waren er
nog redelijk makkelijk af te plukken maar niet zonder het oplopen van sneeën in
onze vingers. Het hele staartstuk was aangegroeid met de scherpe “puisten” die
op mossels zitten. Met houten plankje, beitel, mes…hebben we het er af gebikt
en we lopen weer als het zonnetje. Ondertussen heeft Frits ook een plek op de
romp gerepareerd waar het verfsysteem begon te blazen en te knappen. Dan moet
alle losse verf er af gestoken worden. Au Au Au , dat doet echt pijn. Maar
Frits heeft alles aan boord om cosmetisch te repareren en de klus is al weer
geklaard. Er kwam nog wel een politiebootje langs om te kijken wat we aan het
doen waren. Ze lieten ons begaan.
Vanmorgen kwam een vissersboot terug van een nacht op zee
vergezeld van tientallen meeuwen die probeerden een visje te jatten. Ik vroeg
de vissers in het Portugees of ik daar
ter plekke op de steiger versgevangen
sardientjes kon kopen. Ik dacht dat we aan 6 wel genoeg zouden hebben. De
vissers waren een andere mening toegedaan. Wie koopt er nu 6 sardientjes? Hij
schepte de schaal vol met 20 sardientjes en van geld wou hij niks weten. Ik heb
ze schoongemaakt op het voordek , de koppen in het zand gegooid als lekkernij
voor de meeuwen en de helft weg gegeven aan een leuk jong stel Nederlanders die
hier net aangekomen waren.
Als wij ’s avonds al op één oor liggen, moe van zon zee en
zout, klinken op het pleintje nog de
schelle Portugese kinderstemmen op
trampolines en springkussen, rijdt het toeristentreintje nog met luide bel en
stoomfluit door het dorp om toeristen te strikken en zitten toeristen nog op de
volle terrassen van de pubs in de enige drukke straat van Alvor. We slapen er
goed om.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage