dinsdag, april 12, 2011

Verhaal 34 St. Kitts en St. Eustatius ( Statia)

Dinsdag 5 april, voor anker in White House Bay ( in de verste verte geen wit huisje te zien) in het zuiden van St. Kitts, begint onstuimig. De wind raast over de gele bergen en dondert met geweld naar beneden en slaat Salon om de oren. De regen klettert hard en spoelt het zout van het dak en het dek. We hebben even een déja-vu en verbeelden ons dat we verwaaid op het wad liggen. Automatisch komt de gedachte aan warme chocolademelk opborrelen. Maar voordat ik de melk op het vuur aan de kook zou hebben is het alweer stralend frisgewassen blauw. De ankerbaai is prachtig. We zijn omgeven door droge geelgeschakeerde bergen en daar houden we van, niets ten nadele van de bergen met hun groene regenwouden. Ik vond het een plek om eeuwig te blijven.
We gingen 2 dagen in de haven van de hoofdstad Basseterre liggen. Voor het eerst sinds Mindelo op de Kaap Verdische eilanden, begin december, staan we weer eens onder een echte douche. Dat is toch even anders dan de maatbeker van 1 liter die we op de boot gebruiken om ons af te spoelen na het zwemmen. Het is twee dagen een luxe om zomaar af te kunnen stappen en rond te slenteren zonder eerst in de bijboot te moeten stappen en op kades of steigers te moeten klauteren.
De cruiseschepen die in Basseterre aanleggen spuwen om de 2 dagen honderden toeristen uit die zich vergapen in het speciale cruiseschiptoeristenwinkelcentrum aan ongelooflijk veel prullaria ( made in China) maar ook aan duty-free juwelen . Er dansen en trommelen nepindianen en kleine aapjes met minipampertjes om proberen de toeristen te verleiden tot een foto met hen, voor geld natuurlijk. Zo worden ze de hele dag vermaakt totdat hun schip met 3 lange stoten aangeeft dat het gaat vertrekken naar de volgende bestemming.
In het echte Basseterre en in de haven zien we eigenlijk alleen lokale mensen. Ze zijn erg aardig en maken graag een praatje op straat, in het park, aan boord en in het douanekantoor.
De jongen van de douane was echt een sweety. Hij was eerst streng omdat we niet onmiddellijk waren komen inklaren na aankomst op St. Kitts. Frits maakte een grapje dat we daarbij ook nog de vlag op de kop hadden opgehangen per ongeluk. Hij antwoordde dat hij het meende: het had ons een flinke boete kunnen opleveren.
Frits: Vervolgens bekeek hij de paspoorten en vroeg of we getrouwd waren aangezien Marleen met haar meisjesnaam in het paspoort staat. Ik zei: “een jaar of 30” waarop de douanebeambte zei dat hij dat nooit zou accepteren.” Mijn vrouw moet mijn naam dragen”
Ik zei weer: “ Ondanks dat ze haar eigen naam heeft gehouden is ze nog steeds niet weggelopen.” In de hoek zat een vrouwelijke beambte die mompelde: “ dat zouden ze hier ook eens moeten invoeren.” We hadden er samen met de jongen veel plezier om .
Met taxichauffeur Junie maakten we een uitstapje naar het fort Brimstone Hill en en passant reed hij ons naar 3 adressen om onze gasflessen gevuld te krijgen, wat niet lukte omdat ze nergens de juiste aansluiting hadden. Het Fort is prachtig gelegen op glooiende groen en geel lappendeken met ver uitzicht over de baaien en St. Eustatius. Er is in vroeger tijden heel wat afgevochten. Engeland heeft al sinds 1690 strijd moeten leveren tegen Frankrijk. In 1782 moesten 1000 Engelse soldaten en 1000 slaven het na een maandlange strijd opgeven tegen 8000 Franse soldaten. Ze werden eervol behandeld vanwege hun moed. Een jaar later werd het Verdrag van Versailles getekend en gaf Frankrijk het Fort weer terug aan Engeland .
Vanwege de rijkdom door de suikerrietplantages was er voor de Europese kolonialisten veel aan gelegen een eiland in handen te krijgen. Zó lang is dit gedoe dus nog niet geleden.
Er komen niet veel jachten op St. Kitts omdat het iets uit de route ligt, maar wij zijn blij dat we het niet overgeslagen hebben.

Op Frits zijn verlanglijstje stond St.Eustatius ( iedereen zegt “ Statia” ) en Saba. We hadden zaterdag 9 april een heerlijk relaxed zeiltochtje voor de wind op de genua naar St.Eustachius.
We ankeren voor Oranjestad. Het was wel heel apart om bij het inklaren gewoon Nederlands te praten met de douanebeambte. De voertaal is Engels, maar op school leren de kinderen ook Nederlands. Oranjestad is naar onze begrippen een groot dorp boven op de berg. Om er te komen beklimmen we een steil oud slavenpad. Het brengt ons naar een klein geel geverfd kerkje en het fort. . Op het pleintje voor het fort staat een gedenkteken ter ere van Koningin Wilhelmina. Nog op geen enkel Caribisch eiland hebben we zulke nette huisjes gezien en de aangeveegde straten zijn gelegd met Nederlandse rod en gele straatsteentjes. Geen gaten meer in het wegdek. Ook geen minibus- of taxisysteem hier want iedereen heeft hier zijn eigen blitse kar. Op zaterdag en zondag is werkelijk alles gesloten (en bijna niemand te zien) behalve, je gelooft het niet, de Chinese supermarkt en de afhaalchinees. Daar maakten we dan ook gretig gebruik van.
Ook de Nederlanders hebben strijd geleverd tegen Fransen en Engelsen om St. Eustatius te behouden. In de tweede helft van de 18de eeuw was dit eiland hét handelscentrum van het Caribisch gebied. Men noemde het de “ Golden Rock” . Van over de hele wereld was hier van alles te koop: stoffen, zilver, goud, slaven, wapens, suiker, tabak, katoen…omdat Nrderland niet in oorlog was met andere eilanden. Er lagen tot wel 200 schepen voor anker en het was een komen en gaan van kleine bootjes naar de wal.
Aan deze welvaart kwam een eind toen St. Eustatius in 1781 werd ingenomen door de Engelsen. Admiraal Rodney ging zijn boekje te buiten door de rijkdommen van de bewoners in te pikken.
Aan het eind van de 18de eeuw was het eiland definitief Nederlands via het Verdrag van Breda. Door politieke en economische veranderingen kwam er een eind aan het gouden tijdperk van St. Eustatius. Mensen emigreerden en Oranjestad, gebouwd op zand, zonk langzaamaan weg en werd vernield door verschillende orkanen. Op wat er over is gebleven van het strand zijn nog de ruïnes te zien van de toenmalige huizen begin 19de eeuw. Onder water hebben vele mooi gekleurde vissen hun intrek genomen in de restanten van de ruïnes, een prima snorkelplek.
We hebben het museumpje bezocht dat een goed beeld geeft van de geschiedenis en waar een foto hangt van een jonge prinses Beatrix; we hebben gewandeld tot een eind buiten de dorpskern waar mooie grote huizen staan en een Daycare for children geopend door koningin Beatrix in 1999; we hebben de kuipvloer een vernieuwde look gegeven omdat de antislipverf geen antislipverf meer was. Na wat reparaties heeft Frits hem heel mooi lichtgrijs gerold en mogen we er een paar dagen niet op lopen
( beetje lastig maar we zijn erg soepel van al dat zwemmen in het glasheldere water. Op 7 m diep zien we kraakhelder de mooie zandbodem)

Liefs, Marleen en Frits

3 reacties:

Anonymous Anoniem zei...

Hoi Frits en Marleen,

Wat een prachtige foto's en verhalen. Wij genieten er volop van.
Maar wat gaat de tijd toch vreselijk snel.Zo gaan jullie weg voor lange tijd en zo zit de tijd er al weer bijna op.

Heel erg veel plezier nog.

Groet Auke en Anent.

april 12, 2011 10:28 a.m.  
Anonymous JET zei...

YES....hoera, hoera, hoera! Frits PROFICIAT! Enjoy your day!
en nait teveul bacardi...
De borrel samen zullen we nog wel plannen...(met film)
JET and femelie

april 13, 2011 12:08 a.m.  
Anonymous Anoniem zei...

Fritsie,

Van harte met je verjaardag.

Heel erg veel plezier vandaag.
Hoe oud ben je ook al weer geworden??? ha ha

Groet Auke en Annet.

april 13, 2011 2:54 p.m.  

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage